3. tienmachten, wetenschappelijke notatie en metriek stelsel havo
hoofdstuk vaardigheden
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
hoofdstuk vaardigheden
Slide 1 - Diapositive
machten van tien
Slide 2 - Diapositive
Wat weet jij al van machten?
Vul het juiste getal in op de stippellijn 10.000 = 10^.....
Slide 3 - Carte mentale
opbouw van machten
Slide 4 - Diapositive
= : 10 = x 0,1
= : 100 = x 0,01
= : 1.000 = x 0,001
10
0
=
= 1
10
-1
10
-2
10
-3
10
10
10
1
2
= 10
= 10 x 10 = 100
3
= 10 x 10 x 10 = 1.000
(Wereld)
Machten
(Begin)
10
= 10 x 10 x 10 x 10 = x 10.000
4
Slide 5 - Diapositive
100.000 = 10 x 10 x 10 x 10 x 10
Welke exponent moet er boven het grondtal staan? 10^....
A
-6
B
-5
C
5
D
6
Slide 6 - Quiz
Schrijf het volgende getal als macht van 10:
100 (Doe dit als 10^....)
Slide 7 - Question ouverte
Schrijf het volgende getal op als macht van tien: 100.000.000
Slide 8 - Question ouverte
Schrijf het volgende getal op als macht van tien: 1.000
Slide 9 - Question ouverte
Schrijf het volgende getal op als macht van tien: 100.000.000.000.000
Slide 10 - Question ouverte
Wanneer je het getal 1 wilt schrijven als macht van tien dan doe je dat als volgt:
A
10^-1
B
10^0
C
10^1
D
Je kunt het getal 1 niet als macht van 10 schrijven
Slide 11 - Quiz
Welke waarde heeft de exponent? 0,00001 = 10^.....
A
-4
B
-5
C
4
D
Je kunt dit getal niet als macht van 10 schrijven daar is het te klein voor
Slide 12 - Quiz
Schrijf het volgende getal als macht van 10:
0,01
Slide 13 - Question ouverte
Schrijf het volgende getal als macht van 10:
0,0000001
Slide 14 - Question ouverte
Schrijf het volgende getal als macht van 10:
0,000000001
Slide 15 - Question ouverte
wetenschappelijke notatie
Bij de wetenschappelijke notatie noteer je een waarde met behulp van een macht van tien. Met behulp van de wetenschappelijke notitie kun je alle getallen noteren en omrekenen zonder dat je de significantie wijzigd.
Voor de wetenschappelijke notatie kies je de waarde die ligt tussende 1-10 gevolgd door een macht van tien.
Slide 16 - Diapositive
voorbeeld opdracht
schrijf 50.209 in de wetenschappelijke notatie:
stap 1: getal tussen de 1-10 van maken:
5,0209
stap 2: met machten van tien kloppend maken:
5,0209 x 10^4
(= 5,0209 x 10.000 = 50.209)
Slide 17 - Diapositive
wetenschappelijke notatie
(waarde tussen 1-10) x 10
n
Slide 18 - Diapositive
voorbeelden wetenschappelijke notatie
26.700= 2,6700 x 10^4 = (2,6700 x 10.000)
31.400.000= 3,1400000 x 10^7 = (3,1400000 x 10.000.000)
0,0098173= 9,8173 x 10^ -3 = (9,8173 x 0,001)
Slide 19 - Diapositive
Noteer het volgende getal in de wetenschappelijke notatie: 450,6
Slide 20 - Question ouverte
Noteer het volgende getal in de wetenschappelijke notatie: 10.782,4
Slide 21 - Question ouverte
Noteer het volgende getal in de wetenschappelijke notatie: 0,0032
Slide 22 - Question ouverte
Noteer het volgende getal in de wetenschappelijke notatie: 0,81
Slide 23 - Question ouverte
vermenigvuldigingsfactoren
Slide 24 - Diapositive
metriek stelsel algemeen
Slide 25 - Diapositive
metriek stelsel lengte
1 cm = 10 mm
Afstand / lengte:
Slide 26 - Diapositive
metriek stelsel lengte
120 cm = ....................m
5,6 km = .....................m
8,0 dm = ....................mm
149,3 mm = .................dam
Slide 27 - Diapositive
antwoorden metriek st. lengte
120 cm = 1,20 m = 1,20 x 10^0 m
5,6 km = 5.600 m = 5,6 x 10^3 m
8,0 dm = 800 mm = 8,0 x 10^2 mm
149,3 mm = 0,01493 dam = 1,493 x 10^-2 dam
Slide 28 - Diapositive
metriek stelsel massa
Massa:
Slide 29 - Diapositive
metriek stelsel massa
250 g = ......................kg
34 dg = ....................hg
800 mg = .................g
7.900 cg = ..................kg
Slide 30 - Diapositive
antwoorden metriek st. massa
250 g = 0,250 kg = 2,5 x 10^-1 kg
34 dg = 0,034 hg = 3,4 x 10^-2 hg
800 mg = 0,800 g = 8,00 x 10^-1 g
7.900 cg = 0,07900 kg = 7,900 x 10^-2kg
Slide 31 - Diapositive
metriek stelsel volume / inhoud
volume:
Slide 32 - Diapositive
metriek stelsel volume / inhoud
80 dL = ................... kL
33 cL = ....................L
1.500 mL = .................L
2,5 daL = .................. kL
Slide 33 - Diapositive
antwoorden metriek st. volume
80 dL = 0,0080 kL = 8,0 x 10^-3 kL
33 cL = 0,33 L = 3,3 x 10^-1 L
1.500 mL = 1,500 L = 1,500 x 10^0 L
2,5 daL = 0,025 kL = 2,5 x 10^-2 kL
Slide 34 - Diapositive
metriek stelsel oppervlakte en inhoud
Slide 35 - Diapositive
metriek stelsel oppervlakte
3.570 mm^2 = ..................... m^2
0,091 hm^2 = ..................... dm^2
39.850 cm^2 = ...................dam^2
0,67 km^2 = .....................m^2
Slide 36 - Diapositive
metriek stelsel oppervlakte
3.570 mm^2 = 0,003570 m^2 = 3,570 x 10^-3 m^2
0,091 hm^2 = 91.000 dm^2 = 9,1 x 10^4 dm^2
39.850 cm^2 = 0,039850 dam^2 = 3,9850 x 10^-2 dam^2
0,67 km^2 = 670.000 m^2 = 6,7 x 10^5 m^2
Slide 37 - Diapositive
metriek stelsel inhoud
1,8 m^3 = ..................... mm^3
7.750 dm^3 = ..................... m^3
3.401,6 cm^3 = ...................hm^3
0,0058 km^3 = .....................cm^3
Slide 38 - Diapositive
metriek stelsel inhoud
1,8 m^3 = 1.800.000.000 mm^3 = 1,8 x 10^9 mm^3
7.750 dm^3 = 7,750 m^3 = 7,750 x 10^0 m^3
3.401,6 cm^3 = 0,0000000034016 hm^3 = 3,4016 x 10^-9 hm^3
0,0058 km^3 = 5.800.000.000.000 cm^3 = 5,8 x 10^12 cm^3
Slide 39 - Diapositive
overzicht omrekenen
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
metriek stelsel inhoud/volume
2,8 L = ................... dm^3
4.980.000 mL = .....................dam^3
3,0 m^3 = ........................ cL
708,2 hm^3 = .......................kL
Slide 42 - Diapositive
antwoorden metriek st. inhoud/volume
2,8 L = 2,8 dm^3 = 2,8 x 10^0 dm^3
4.980.000 mL = 0,004980000 dam^3 = 4,980000 x 10^-3 dam^3
3,0 m^3 = 300.000 cL = 3,0 x 10^5 cL
708,2 hm^3 = 708.200.000 kL = 7,082 x 10^8 kL
Slide 43 - Diapositive
metriek stelsel volt
10.000 V = .................. kV
0,024 kV = .....................V
230V = .................... mV
1.500 mV = ..................V
Slide 44 - Diapositive
metriek stelsel ampere
250 mA = .................. A
0,085 A = .................... mA
Slide 45 - Diapositive
antwoorden metriek stelsel volt
10.000 V = 10,000 kV = 1,0000 x 10^1 kV
0,024 kV = 24 V = 2,4 x 10^1 V
230V = 230.000 mV = 2,3 x 10^5 mV
1.500 mV = 1,500 V = 1,500 x 10^0 V
Slide 46 - Diapositive
antwoorden metriek st. ampere
250 mA = 0,250 A = 2,50 x 10^-1 A
0,085 A = 85 mA = 8,5 x 10^1 mA
Slide 47 - Diapositive
metriek stelsel snelheid
5,0 m/s = ...................cm/s
120 km/h = ........................ km/min
36 km/h = .................... m/s
Slide 48 - Diapositive
metriek stelsel snelheid
5,0 m/s = 500 cm/s = 5,0 x 10^2 cm/s
120 km/h = 2,00 km/min = 2,00 x 10^0 km/min
36 km/h = 10 m/s = 1,0 x 10^1 m/s
Slide 49 - Diapositive
metriek stelsel druk
50 N/m = ..................... N/mm
19,5 N/m = ......................kN/m
10,5 N/m = .......................mN/dm
Slide 50 - Diapositive
metriek stelsel druk
50 N/m = 0,050 N/mm = 5,0 x 10^-2 N/mm
19,5 N/m = 0,0195 kN/m = 1,95 x 10^-2 kN/m
10,5 N/m = 1.050 mN/dm = 1,05 x 10^3 mN/dm
Slide 51 - Diapositive
metriek stelsel dichtheid
2,7 g/cm^3 = ..................... kg/cm^3
19,5 g/cm^3 = ......................g/dm^3
10,5 g/cm^3 = .......................hg/mm^3
Slide 52 - Diapositive
metriek stelsel dichtheid
2,7 g/cm^3 = 0,0027 kg/cm^3 = 2,7 x 10^-3 kg/cm^3
19,5 g/cm^3 = 19.500 g/dm^3 = 1,95 x 10^4 g/dm^3
10,5 g/cm^3 = 0,000105 hg/mm^3 = 1,05 x 10^-4 hg/mm^3