soorten reclame herkennen

Herken reclames
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herken reclames

Slide 1 - Diapositive

LESDOEL
Je kent het verschil tussen verschillende soorten reclame-uitingen en je kunt ze herkennen in reclames.

Slide 2 - Diapositive

Soorten reclame:
  • commerciële reclame
  • ideële reclame
  • sluikreclame





Slide 3 - Diapositive

Welk woord herken je in het woord 'ideële'? Wat zou ideële reclame dan zijn?

Slide 4 - Question ouverte

Reclame
Doel: activeren
Commerciële reclame: heeft als doel om mensen tot iets over te halen om er geld aan te verdienen
Ideële reclame: heeft een idealistisch doel en probeert mensen te beïnvloeden met een boodschap over een maatschappelijk thema. 
Beeld = belangrijk!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive


A
Ideële reclame
B
Commerciële reclame

Slide 8 - Quiz


A
Ideële reclame
B
commerciële reclame

Slide 9 - Quiz


A
Ideële reclame
B
Commerciële reclame

Slide 10 - Quiz


A
Ideële reclame
B
commerciële reclame

Slide 11 - Quiz


A
Ideële reclame
B
commerciële reclame

Slide 12 - Quiz


A
Ideële reclame
B
Commerciële reclame

Slide 13 - Quiz

Wat is sluikreclame?
A
stiekeme reclame
B
reclame die duur is
C
reclame voor sluik (steil) haar

Slide 14 - Quiz

Wat is een voorbeeld van sluikreclame?
A
Een item in het programma RTL boulevard over de optredens van André Hazes
B
Een reclame in je tijdlijn
C
Een bepaald merk frisdrank dat in beeld komt bij GTST
D
Een artikel in een tijdschrift over de voordelen van botox

Slide 15 - Quiz

Een voorbeeld
Hierna komt er stukje uit de film Casino.
Kijk er goed naar en tel het aantal product placements/sluikreclames.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Welke sluikreclames
heb jij gezien?

Slide 18 - Carte mentale

Kenmerken column
  • Verschijnt regelmatig in tijdschrift/krant (kranten hebben vaak vaste columnisten)
  • Lengte verschilt
  • Informeel en persoonlijk (‘ik’)
  • Standpunt innemen
  • Tekstdoel: aan het denken zetten/informeren/amuseren/overtuigen
  • Humor
  • Actueel
  • Taalgebruik: beeldspraak en stijlfiguren
  • Inhoud is moeilijk te typeren/groeperen. Auteur bepaalt zelf waar hij over schrijft. Voorbeeld:  persoonlijke belevenissen, iets wat auteur is opgevallen, reactie op politieke of maatschappelijke zaken, iets waar auteur zich aan ergert, ...

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Lees de (ironisch) column op de vorige slide
Hoe is een column (vaak) opgebouwd?

Slide 21 - Question ouverte

Is het lesdoel voor jou bereikt:
Ik zie het verschil tussen commerciële, ideële en sluikreclame
0100

Slide 22 - Sondage