Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
1.1 ->Wisselvalligheid in Nederland
1.2 -> Het Nederlandse weer verklaard
Weer en Klimaat in Nederland
Slide 1 - Diapositive
Wat moet je kennen?
✅ Uit welke elementen bestaat het weer?
✅ Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
✅ Welke factoren bepalen de temperatuur?
✅ Kenmerken klimaat Nederland
Slide 2 - Diapositive
Verschil weer en klimaat?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Vidéo
Uitleg 1.1 + 1.2
Het weer= toestand van de dampkring
- bepaald moment
- bepaalde plaats
Klimaat = gemiddelde weer over 30 jaar.
Slide 5 - Diapositive
Weerelementen:
Temperatuur
Neerslag
Wind
Bewolkingsgraad
Slide 6 - Diapositive
📍 Klimaat Nederland
Gematigd zeeklimaat - koele zomers
- zachte winters
- hele jaar neerslag
- (zuid)westenwind
overheeerst
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Temperatuur -> hoe werkt het..?
Graden Celcius (°C)
Thermometer
0°C = vriespunt water
100°C = kookpunt water
Slide 9 - Diapositive
Welke factoren zijn van invloed op de temperatuur?
Breedteligging op aarde
hoge breedte = ver van de evenaar = koud
lage breedte = dichtbij de evenaar = warm
invalshoek van de zon is belangrijk -> schuine invalshoek of loodrecht
afstand zon -> aarde
De stand van de aarde bepaalt de seizoenen die we hebben!
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Seizoenen zijn afhankelijk van de stand van de aarde ten opzichte van de zon. Kaartje goed onthouden voor je examen!
Slide 12 - Diapositive
2. Hoogteligging
hoe hoger hoe kouder
per 1000m -6 °C kouder
De hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!
De vegetatiezones op een berg zijn afhankelijk van de hoogteligging. De boomgrens (punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.
Onthouden: naaldbomen kunnen beter tegen de kou, je vindt de zone met naaldbomen daarom op grotere hoogte dan de zone met loofbomen.
Slide 13 - Diapositive
3. Wind
bewegende lucht
stroomt van hoge naar lage luchtdruk
Schaal van Beaufort: 1 t/m 12
snelheid gemeten in m/sec
wind vervoert wame lucht van de evenaar naar de polen
gebergte werkt als klimaatscheiding
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
u
4. Water of land
land warmt snel op en koelt snel af
water doet hier langer over
aanlandige wind = zeewind -> brengt koele lucht aan land in zomer, warmere lucht in winter
aflandige wind = landwind -> brengt koude lucht uit oost- en noordeuropa mee in winter, warme lucht in zomer.
Slide 16 - Diapositive
5. Verdeling zonne-energie
tropen veel warmte
polen weinig warmte
warmte wordt door wind en water (zeestromen) getransporteerd vanaf de evenaar naar de polen.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Neerslag -> vormen
waterdamp condenseert
regen
hagel
ijzel
sneeuw
Slide 19 - Diapositive
Bewolkingsgraad -> hoe zit dat?
onbewolkt = 0%
helemaal bewolkt = 100%
uv-index = intensiteit van uv-straling in zonnestraling
zonkracht = verwachte hoeveelheid uv-straling
Slide 20 - Diapositive
zonkracht-UV
Op je telefoon kun je de uv-index checken!
Slide 21 - Diapositive
A
Tropisch klimaat
B
Pool klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat
Slide 22 - Quiz
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat
Slide 23 - Quiz
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat
Slide 24 - Quiz
Bij welke klimaatzone hoort deze grafiek
A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Het droge klimaat
D
Gematigd klimaat
Slide 25 - Quiz
Welk klimaat is dit?
A
Tropisch regenklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Steppe klimaat
D
Toendra klimaat
Slide 26 - Quiz
Welk klimaat heeft Nederland?
A
landklimaat
B
tropisch klimaat
C
zeeklimaat
D
koud klimaat
Slide 27 - Quiz
In welk klimaat valt de meeste regen?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Koud klimaat
Slide 28 - Quiz
De landen in Zuid-Europa hebben een ...
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Droog klimaat
D
Middellandse zee klimaat
Slide 29 - Quiz
Welk klimaat heeft Egypte?
A
Zeeklimaat
B
Bergklimaat
C
Woenstijnklimaat
D
Landklimaat
Slide 30 - Quiz
Weer of klimaat?
Morgen wordt het mooi weer. 25 graden en af en toe een klein buitje.
A
Weer
B
Klimaat
Slide 31 - Quiz
Wat is een verschil tussen weer en klimaat?
A
periode van meten
B
klimaat gaat over kleiner gebied
C
weer is de gemiddelde toestand van de lucht
D
weer gaat over neerslag en klimaat niet
Slide 32 - Quiz
Stel, je houdt bij jou in de tuin een maand lang de temperatuur bij. Meet je dan het weer of het klimaat?
A
het weer
B
het klimaat
Slide 33 - Quiz
Welk klimaat hoort bij dit kenmerken? Hele jaar door neerslag, zomers koel, winters zacht.
A
Landklimaat
B
Middellandse zeeklimaat
C
Zeeklimaat
D
Droog klimaat
Slide 34 - Quiz
Van welk gebied op aarde is dit het klimaat?
A
Brazilië
B
Nederland
C
Marokko
D
Noord-Canada
Slide 35 - Quiz
Een groot deel van West-Europa heeft een ....
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
woestijnklimaat
D
geen klimaat
Slide 36 - Quiz
In een tropisch klimaat wordt het nooit kouder dan...