HS 1 herhaling

aardrijkskunde
Herhaling lessen van de afgelopen weken
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

aardrijkskunde
Herhaling lessen van de afgelopen weken

Slide 1 - Diapositive

onderwerpen
En/of
Begrippen
Dit schooljaar

Slide 2 - Carte mentale

Dit zijn de onderwerpen die je moet leren voor de proefwerkweek:
H.1 - Canada
H.5 - natuurlandschappen in Europa
H.7 - natuurrampen in Japan

Slide 3 - Diapositive

Laten we eens oefenen....
Wat weet je nog?

Slide 4 - Diapositive

Topografische kennis van de wereld is ook nodig.
We kijken samen naar de kaart van de wereld.
Weet je het nog?
Landen, gebergten, oceanen....

Slide 5 - Diapositive

Zometeen zie je een kaart van de wereld met alle werelddelen
Opdracht =
Kijk 20 seconden goed naar de kaart!
Onthoud de ligging van de werelddelen!

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel werelddelen heb je geteld?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Onderdelen uit hoofdstuk 1:
Natuurlandschap, ingericht landschap
Absolute en relatieve afstand
Soorten kaarten
Inzoomen en uitzoomen
Lengtegraden en breedtegraden
Schaal en schaalniveaus

Slide 10 - Diapositive

Wat moet je kennen over plaatsbepaling?
breedtegraden = parallellen
lengtegraden = meridianen
belangrijkste breedtegraad = evenaar = 0 graden
belangrijkste lengtegraad = nulmeridiaan (Greenwich) = 0 graden/ 180 graden
Noorderbreedte - Zuiderbreedte
Westerlengte - Oosterlengte
Noordpool en Zuidpool = 90 graden

Slide 11 - Diapositive

Heb je daar een plaatje van?
Ja!
zie volgende slide....

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

quizvragen!

Slide 15 - Diapositive

Op de volgende dia staat de link naar het jaaroverzicht 2015-2016 


Klik op de link en je komt vanzelf op de website, dan klik je op PLAY en je kunt alle presentaties en filmpjes van dit jaar nog een keer zien.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Uit Hfst. 1:
Wat is een natuurlandschap?
A
Landschap. Waar de mens niks aan gedaan heeft
B
Landschap waar de mens natuur heeft gemaakt.
C
Landschap waar de dieren leven
D
Landschap op een schilderij

Slide 18 - Quiz

Wat zijn inrichtingselementen?
A
Meubels in je huis
B
Huizen, wegen, leidingen, bruggen enz.
C
Oceanen, rivieren, bergen, woestijnen
D
Kaarten, legenda, atlas enz.

Slide 19 - Quiz

Welk deel van Canada is dichtbevolkt?
A
Het binnenland
B
Het westen
C
Het oosten
D
Het zuiden

Slide 20 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de bevolkingsdichtheid van een land?

Slide 21 - Question ouverte

In Canada is de bevolkingsspreiding:
A
Gelijk
B
Ongelijk
C
Gemiddeld
D
Minder dan 10 per km2

Slide 22 - Quiz

Wat laat de schaal van een kaart zien?
A
Hoeveel het gebied is vergroot
B
Hoeveel fruit erin past
C
Hoeveel een gebied is verkleind
D
Wat de legenda betekent

Slide 23 - Quiz

Reken uit:
Schaal = 1 : 150.000
2 cm op de kaart is dan in werkelijkheid ... Km

Slide 24 - Question ouverte

Er zijn verschillende schaalniveaus. Wat is de juiste volgorde van kleine naar grote schaal?
A
Regionaal - lokaal - Nationaal - mondiaal - internationaal
B
Lokaal - nationaal - internationaal
C
Regionaal - nationaal - internationaal - mondiaal
D
Lokaal, regionaal, nationaal, internationaal, mondiaal

Slide 25 - Quiz

Nederland ligt op het
A
zuidelijk halfrond
B
noordelijk halfrond
C
oostelijk halfrond
D
westelijk halfrond

Slide 26 - Quiz

Welke afstand kan veranderen, absoluut of relatief?

Slide 27 - Question ouverte

In Canada vind je vooral:
A
Ingerichte landschappen
B
Natuurlandschappen

Slide 28 - Quiz

Nederland ligt op
A
noorderlengte
B
westerlengte
C
zuiderlengte
D
oosterlengte

Slide 29 - Quiz

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve afstand?
A
Er is geen verschil
B
Absoluut is afstand in tijd, relatief is afstand hemelsbreed
C
Absoluut is hemelsbreed, relatief is afstand in tijd
D
Absoluut is in kilometers, relatief is in procenten

Slide 30 - Quiz

dichtbij de evenaar ben je op
A
zuiderbreedte
B
hoge breedte
C
lage breedte
D
geen breedte

Slide 31 - Quiz

op de zuidpool ben je op
A
hoge breedte
B
geen breedte
C
westerlengte
D
lage breedte

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Vidéo