weektaak geschiedenis week 14 (afsluiting h3)

• Geschiedenis
• Voortgezet speciaal onderwijs

weektaak geschiedenis week 14

Vorige les

• 3.6.
  Vorige les heb je het hele hoofdstuk herhaald.
  Deze les ga je nog een aantal dingen herhalen van hoofdstuk 3 en het hoofdstuk afsluiten.
  
  

Hoe gaat het met je? :)

Hoe zijn de opdrachten uit je werkboek gegaan?

Afsluiting H3: Imperium Romanum

Doelen van deze les:

1. Aan het eind van deze les weet je hoe goed je de stof van dit hoofdstuk hebt begrepen.
2. Aan het eind van de les weet je of je de vaardigheden van dit hoofdstuk beheerst.

Herhaling H3:

Er komen nu eerst wat quizvragen over h3

Welke plicht heeft een leenman?

1. Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
2. Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
3. Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
4. Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?

1. De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
2. De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
3. De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
4. De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Augustus is de eerste.....

1. Legionair
2. Plebejer
3. Keizer
4. Consul

Wat werd bedoeld met de term: Imperium Romanum?

1. De Senaat
2. Het Romeinse Rijk
3. De Zee
4. De keizer

Wie had er vetorecht

1. Senaat
2. Consuls
3. volksvergadering

Hoe wordt het geloven in één God ook wel genoemd?

1. polytheisme
2. monotheisme
3. monarchisme
4. atheisme

Waar ontstond het Romeinse Rijk?

1. Griekenland
2. Roemenië
3. Frankrijk
4. Italië

Limes betekent: grens. Waarvan?

1. Nederland
2. Romeinse Rijk
3. Italië
4. Duitsland

Nu komen er enkele openvragen. 

Je mag je boek erbij gebruiken.

3.2. Hoe werd het Romeinse Rijk een monarchie, een republiek en uiteindelijk toch weer een monarchie?

3.3. Hoe verspreidde de Grieks-Romeinse cultuur zich over Europa?

Kijk de volgende 2 filmpjes

0

0

Praktische opdracht: afronden h3

Oké, nu je alles herhaalt hebt ga je een praktische opdracht doen.

Op de volgende pagina´s wordt de opdracht uitgelegd.

Je levert de opdracht in via de mail.

Je krijgt er een SO cijfer voor.

Hoe en wat met je cijfer wordt zo uitgelegd

Als je vragen hebt: mail dan naar [e-mail]

Praktische opdracht: afronden h3

Je gaat een brief schrijven aan iemand uit dit hoofdstuk. 
 (op de volgende pagina staan de mensen waar je uit kan kiezen)
Waar moet je brief aan voldoen:

1. Het bevat minimaal 50 en maximaal 100 woorden.
2. Stel minimaal 1 vraag aan de persoon waaruit blijkt dat je weet hoe de tijd van toen in elkaar zat. Bijvoorbeeld aan Jesus: " Hoe vind u het dat de Romeinse koning u de schuld gaf van de grote brand?" Deze vraag mag je nu niet gebruiken natuurlijk ;), tenzij je er nog eentje zelf bedenkt. 
3. Vertel kort iets over jezelf. Over een hobby, heb je broertjes en/of zusjes, heb je een huisdier. Houd er rekening mee dat de mensen uit die tijd bijvoorbeeld nog nooit van computers hebben gehoord.
4. Houd rekening met je publiek.
   Je schrijft bijvoorbeeld naar een keizer of koning. Houd dus rekening met je taalgebruik ;)
   
   

Praktische opdracht: afronden h3

De mensen waar je uit kan kiezen:

• Cleopetra
• Julius Ceasar
• Brutus
• Keizer Claudius
• Keizer Augustus
• Jesus Christus
• Koning Nero
• Iemand van de groep Vandalen
• Een soldaat uit die tijd
• Een lid van de volkstribune

Praktische opdracht: afronden h3

Inleveren:

Werk je opdracht in Word of een

andere tekstverwerker uit
en mail deze naar
[e-mail]

Cijfer: 

Het aantal punten 

wat je hebt is ook
meteen je cijfer.

De juf kijkt je brief na en je cijfer komt dan op SOM te staan

Welk ondereel	punten
1 aantal woorden	1 punt als je tussen de 50 en 100 woorden zit
2 vraag stellen	4 punten maximaal
3 iets over jezelf vertellen	4 punten maximaal
4. Taalgebruik	1 punt bij gepast taalgebruik naar je publiek (niet schelden en vloeken bijvoorbeeld)

Deadline inleveren: maandag 6 april