Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 2 Spelling H4.5
4.5 Spelling
1 / 43
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
43 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
4.5 Spelling
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
- Je kunt het voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord bijvoeglijk gebruiken
Slide 2 - Diapositive
Wat is het verschil?
vergrote - vergrootte
bestede - besteedde
Slide 3 - Question ouverte
Voorbeeldzinnen
We kunnen de vergrote foto in de winkel afhalen.
De fotograaf vergrootte onze foto van de bruiloft.
Het bestede bedrag kun je declareren.
De docent besteedde veel aandacht aan de werkwoordspelling.
Het verbrede pad zag er goed uit.
Gisteren verbreedde de tuinman het pad.
Slide 4 - Diapositive
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruiken?
Schrijf het zo kort mogelijk!
Slide 5 - Diapositive
Waarom schrijf je dan wel de gebraden kippen?
A
Omdat het zn meervoud is.
B
Omdat het voor de uitspraak nodig is.
C
Omdat het VD ook eindigt op -en
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
vragen: een ... meisje
Slide 9 - Question ouverte
Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
gillen: de ... keukenmeid
Slide 10 - Question ouverte
Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
spieken: het ... kindje
Slide 11 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord van
geloven
Slide 12 - Question ouverte
Voltooid deelwoord
Wat is er met jou
gebeurd
?
Mijn busabonnement is
verlopen
.
Niet het enige werkwoord in de zin.
Andere werkwoord een vorm van hebben, zijn of worden.
Slide 13 - Diapositive
Voltooid deelwoord
- Eindigt bij zwakke werkwoorden op een -d of een -t;
- bij sterke werkwoorden op -en.
Als je twijfelt tussen een -d of een -t, kun je het woord langer maken, of gebruikmaken van de regels van
't ex- kofschip.
Slide 14 - Diapositive
Noteer het tegenwoordig deelwoord van gieren.
Slide 15 - Question ouverte
Tegenwoordig deelwoord
Leerlingen kwamen
gierend
van het lachen de klas binnen.
- Behoort niet tot het gezegde;
-is nog bezig;
- hele werkwoord + d
Slide 16 - Diapositive
(fluiten) je IQ verbeteren.
A
Fluitent
B
Fluitend
Slide 17 - Quiz
Volgens onderzoekers is (bevestigen) dat muziekonderwijs kinderen slimmer maakt.
A
bevestigt
B
bevestigd
Slide 18 - Quiz
144 kinderen werden (verdelen) in groepen met en zonder muziekles.
A
verdeelt
B
verdeeld
Slide 19 - Quiz
Van tevoren hadden alle kinderen een IQ-test (maken).
A
gemaakt
B
gemaakd
Slide 20 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord:
De
rode
auto
De
verbrede
weg
Slide 21 - Diapositive
VD/TD als bn
De weg is verbreed. (vd)
De verbrede weg.
Lezend in een boek zit de man op de stoel. (td)
De lezende man.
Slide 22 - Diapositive
VD/ TD als bn
- zegt iets over een zelfstandig naamwoord;
- hoort niet bij het werkwoordelijk gezegde;
- schrijf je zo kort mogelijk.
Het geredde kind.
De gehate man.
Slide 23 - Diapositive
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Welke is juist gespeld?
A
Het verlate feest
B
Het verlaatte feest
Slide 24 - Quiz
Tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Welke is juist gespeld?
A
Een lachent kind
B
Een lachend kind
Slide 25 - Quiz
Noteer het voltooide deelwoord als bn.
Haar (opsteken) haar, De (vergroten) ogen, Met (afmatten) stem.
Slide 26 - Question ouverte
Het zal je niet zijn ontgaan:
Wanneer je precies leest wat er staat, deugt de uitspraak van het woord
NIET
Sterker: je zult je misschien afvragen: wat LEES ik nu?
NAAPEN???
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Waar is de apostrof juist geplaatst?
JUIST
s'woensdags
's winters
A'4tje
M&Ms'
Slide 29 - Question de remorquage
Bij welke woorden schrijf je een apostrof?
WEL
s middags
s zomers
s avonds
s maandags
Slide 30 - Question de remorquage
Welke namen hebben, als ze een bezitsaanduiding zijn, een apostrof nodig?
WEL
Jordy
Naomi
Dennis
Maaike
Slide 31 - Question de remorquage
Koppel- en weglatingsteken
Waarom gebruik je een koppel- of een weglatingsteken?
Belangrijkste regels koppelteken:
onoverzichtelijke samenkoppelingen (peper-en-zoutstel)
botsende klinkers (baby-outfit)
samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden (chef-kok)
letters, cijfers, symbolen (vwo-leerling, mp3-speler)
Engelse leenwoorden: rechterdeel voorzetsel (time-out)
Slide 32 - Diapositive
weglatingsteken
Wanneer je een deel van een woord dubbel gebruikt, kun je daarvoor in de plaats een - gebruiken.
Broodbakker en banketbakker = brood- en banketbakker
zitplaatsen en staanplaatsen = zit- en staanplaatsen
bergbewoners en bergbeklimmers = bergbewoners en -beklimmers
MAAR: Grote huizen en kleine huizen = Grote en kleine huizen (zonder streepje, je laat immers een heel woord weg ipv een deel)
Slide 33 - Diapositive
Gebruik het weglatingsstreepje.
huisverkoop en huisverhuur
Slide 34 - Question ouverte
Schrijf het korter (eventueel met weglatingsstreepje): bankrekening en bankpas
Slide 35 - Question ouverte
Trema?
tatoeage
A
ja
B
nee
Slide 36 - Quiz
Geef aan welke woorden een trema nodig hebben, welke een koppelteken en welke correct gespeld zijn.
Correct gespeld
Trema nodig
Koppelteken nodig
financieel
antiallergisch
skiongeluk
dietiste
melodieen
preislamitisch
geupload
Slide 37 - Question de remorquage
Trema?
poeziealbum
A
Ja
B
Nee
Slide 38 - Quiz
Verdraaiing
Trema?
A
Ja
B
Nee
Slide 39 - Quiz
Reunie
Trema?
A
Ja
B
Nee
Slide 40 - Quiz
Trema?
financien
A
ja
B
nee
Slide 41 - Quiz
Slide 42 - Vidéo
Noem drie woorden met verschillende accenten (é è ê).
Slide 43 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
H4.9 Spelling
Mai 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling H4
Février 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
vd en td + bijvoeglijk gebruikt
Février 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Gebiedende wijs, vd en tegenwoordig deelwoord
Février 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4.5 spelling (H3)
Février 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2V 4.9 vd en td + bijvoeglijk gebruikt MP
Novembre 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
HV2 Talent 4.9 spelling
Novembre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
vd en td + bijvoeglijk gebruikt
Juin 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2