Alvleesklier (endocrien en exocrien)

Alvleesklier 
(endocrien en exocrien)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Alvleesklier 
(endocrien en exocrien)

Slide 1 - Diapositive

Wat ik graag zou willen weten of bespreken over de alvleesklier is....

Slide 2 - Question ouverte

De medische naam voor de alvleesklier is....

Slide 3 - Question ouverte

8

Slide 4 - Vidéo

00:26
Sleep naar de juiste plek
?
?
?
lichaam
   staart
     kop

Slide 5 - Question de remorquage

00:26
Benoem wat de 'endocriene functie' van de alvleesklier is en wat de 'exocriene functie' is.

Slide 6 - Question ouverte

00:52
Vanuit drie organen komen er stoffen/ producten in het duodenum.
Vanuit welke drie organen?

Slide 7 - Question ouverte

00:52
Hoe het de uitgang van de galwegen en alvleesklierbuis in het duodenum?
A
pylorus
B
appendix
C
klep van Bauhin
D
papil van Vater

Slide 8 - Quiz

01:25
Wat wordt er in de eilandjes van Langerhans gemaakt?
A
Spijsverterings-enzymen
B
Insuline, glucagon en somatostatine
C
Gal

Slide 9 - Quiz

02:16
Welke drie groepen voedingsstoffen worden verteerd met behulp van enzymen uit de alvleesklier?

Slide 10 - Question ouverte

02:16
Waarom is het alvleeskliersap basisch?

Slide 11 - Question ouverte

02:34
Waarom is het belangrijk dat de pancreasenzymen nog inactief zijn zolang ze in de alvleesklier zitten?

Slide 12 - Question ouverte

5

Slide 13 - Vidéo

00:23
Noem minimaal 2 hormonen die in de alvleesklier gemaakt worden.

Slide 14 - Question ouverte

02:09
Alfacel
Betacel
Deltacel
Insuline
Glucagon
Somatostatine

Slide 15 - Question de remorquage

04:51
Insuline
Glucagon
glucosespiegel stijgt
glucosespiegel daalt
na eten
na vasten
anabolisme
katabolisme
gluconeogenese 
(aanmaak nieuwe glucose)
glycogenese 
(aanmaak glycogeen)
glycogenolyse 
(afbraak glycogeen)

Slide 16 - Question de remorquage

06:02

Slide 17 - Diapositive

06:44
Waardoor denk jij dat
deze man onwel
geworden is?

Slide 18 - Question ouverte