Repasamos Unidad 3 C1

¡Repasamos unidad 3!
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

¡Repasamos unidad 3!

Slide 1 - Diapositive

Vertaal de woorden naar het SP

Slide 2 - Diapositive

schrijven

Slide 3 - Question ouverte

het weekend

Slide 4 - Question ouverte

het weekend

Slide 5 - Question ouverte

opstaan

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal de zinnen naar het SP

Slide 7 - Diapositive

De vader van mijn vader is mijn opa.

Slide 8 - Question ouverte

Wat voor werk doet je vader?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe laat spreken we af? Om half zeven.

Slide 10 - Question ouverte

¿Qué hora es?

Slide 11 - Diapositive

¿Qué hora es?
00:05

Slide 12 - Question ouverte

¿Qué hora es?
12:50

Slide 13 - Question ouverte

¿Qué hora es?
20:35

Slide 14 - Question ouverte

¿Qué hora es?
13:30

Slide 15 - Question ouverte

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 16 - Diapositive

Sleep de bezzitelijk voornaamwoorden van NL naar Spaans
nuestro/a
sus
su
tu
vuestro / a
mi
hun
uw
haar
mijn
jullie
ons/onze
jouw
zijn

Slide 17 - Question de remorquage

 Geef de juiste vervoeging van het werkwoord "tener"

Slide 18 - Diapositive

Nosotros...................(tener) una casa muy grande.

Slide 19 - Question ouverte

Mi padre................(tener) muchos hermanos.

Slide 20 - Question ouverte

¿Cuántas clases.................(tener-vosotros) mañana?

Slide 21 - Question ouverte

 Regelmatige werkwoorden op -AR-ER-IR"

Slide 22 - Diapositive

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. (Weet je een woord niet? zoek het op!)
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
Mis hermanos
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
José y yo
u (mv)
Mi madre y tú
Pedro
señor Collantes

Slide 23 - Question de remorquage

Vervoeg het verkwoord:
Tú..................(estudiar) en Insula College.

Slide 24 - Question ouverte

Vervoeg het verkwoord:
Ellos............ (escribir) una carta a sus abuelos.

Slide 25 - Question ouverte

Vervoeg het verkwoord:
Nosotros.................. (leer) un libro de aventuras.

Slide 26 - Question ouverte

Vervoeg het verkwoord:
Juan y Pedro.................. (hablar) mucho en clase.

Slide 27 - Question ouverte

Vervoeg het verkwoord:
Nosotros (comer) una pizza.

Slide 28 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord:
¿Cómo (llamarse) tus abuelos?

Slide 29 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord:
María (vivir) en Madrid.

Slide 30 - Question ouverte


Ben je klaar voor de s.o van unidad 3?
1 (No)
2
3
4
5(Sí, por supuesto)

Slide 31 - Sondage