Les 3: sport, EHBO en catering

Les 3
Sport, EHBO en catering
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
OLTMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Les 3
Sport, EHBO en catering

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
Ondersteuning bij sport en bewegingsactiviteiten 
Voorkomen van ongevallen en EHBO

 Facilitaire dienstverlening, catering en inrichting


Slide 2 - Diapositive

Sport voeding en gezondheid
We horen tegenwoordig veel over hoe we gezond kunnen leven. Twee belangrijke onderdelen daarvan zijn beweging en voeding.

Slide 3 - Diapositive

Ondersteuning bij sport en bewegingsactiviteiten
Taak:
eenvoudige, regelende taken verrichten bij sport en bewegen

je kunt: 
- info verzamelen over sporten in de omgeving
- deelnemers werven en informeren
- assisteren tijdens sportactiviteiten
- omgaan met veiligheid en  voorkomen van blessures 

Slide 4 - Diapositive

Welke sporten zijn hier in de omgeving uit te voeren?

Slide 5 - Question ouverte

Opdracht 1
Je krijgt een blad van je docent
Je verzint een beweging/ sportactiviteit voor:
1 kleuters
2 jongeren tussen de 12 en 16  jaar
3 ouderen (60 +)

Slide 6 - Diapositive

Heb je wel eens een sportblessure gehad, zo ja, wat?

Slide 7 - Question ouverte

Wat zijn typische sportblessures?

Slide 8 - Carte mentale

Typische sportblessures
- knieblessure > hardlopen
- enkelblessure > hardlopen
- gebroken sleutelbeen > wielrennen 
- rug- en nekklachten > fitness en hockey
- zweepslag/ beenblessure > voetbal
- elleboogblessure > tennis

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

EHBO periode 3
In periode 3 kun je kiezen voor OLT EHBO
Dan ga je verder in op blessures en hoe deze worden behandeld/ voorkomen
Er wordt dan ook een EHBO koffer erbij gepakt

Slide 11 - Diapositive

EHBO koffer

Slide 12 - Diapositive

Wat zit er in een EHBO koffer?

Slide 13 - Carte mentale

Facilitaire dienstverlening, catering en inrichting

veilige voeding
netjes werken en nette werkplek

je krijgt een stukje theorie, daarna een opdracht

Slide 14 - Diapositive

Wat is Hygiëne
Hygiëne wil niet meer zeggen dat je goed op jezelf en op je omgeving past. Hou jezelf en je omgeving schoon voor je gezondheid en die van andere. 

Bacteriën, virussen, schimmels en ander ziekteverwekkers krijgen alleen de kans om zich te vermenigvuldigen en door te groeien als er onhygiënische toestanden zijn.

Hygiëne is schoonheid. Hygiëne is frisheid. Hygiëne is veiligheid. Hygiëne geeft een prettig gevoel !

Slide 15 - Diapositive

Zoek een foto van een onhygiënische keuken

Slide 16 - Question ouverte

Persoonlijke hygiëne
Kies OLT zorg en welzijn periode 3 
Dan gaan we hier verder op in! 

Slide 17 - Diapositive

Gevaren in voedsel
Microbiologische gevaren: bacteriën, schimmels, virussen en parasieten.
Chemische gevaren, oftewel schadelijke stoffen: bijvoorbeeld resten bestrijdingsmiddelen.
Fysische gevaren: glas, botdeeltjes, scherpe metaal- of houtdeeltjes, enzovoorts.
 

Slide 18 - Diapositive

Kruisbesmetting
Men spreekt van kruisbesmetting wanneer ziekmakende bacteriën van het ene product op het andere komen.

Voorbeeld van kruisbesmetting: 
Als je één snijplank gebruikt om eerst rauw vlees te snijden en daarna de sla is de kans groot dat ziekmakende bacteriën van het rauwe vlees op de sla terecht komen.

Slide 19 - Diapositive

8 hygiëne tips voor in de keuken
1. Doe de afwas meteen na het koken en veeg alle vlakken schoon met een fris vaatdoekje.
2. Vervang je vaatdoek iedere dag. Nat in een hoekje gegooid zijn ze een nest voor bacteriën. Wil je ze nog eens gebruiken, spoel en wring je vaatdoek goed uit.
3. Veeg spetters direct van je fornuis om aangekoekte hardnekkige vlekken te voorkomen.
4. Gebruik aparte snijplanken voor groenten, vlees en vis om kruisbesmetting te voorkomen.
5. Zet je afvalbak onder of dicht bij de gootsteen, zodat je tijdens het verwisselen van de vuilniszak meteen schoonmaakmiddel bij de hand hebt om hem schoon te poetsen.
6. Was je handen voor je gaat koken en ook tussendoor wanneer je vlees aanraakt.
7. Zorg dat je restjes eten die je opwarmt goed verhit.
8. Zorg dat je koelkast de juiste temperatuur heeft. Dat is belangrijk om eten zo lang mogelijk goed te houden. De ideale temperatuur voor een koelkast is 4 graden.

Slide 20 - Diapositive

De grote keuken:
Geen enkel horecabedrijf is gelijk (behalve ketens).
In een bepaald soort bedrijf zijn een bepaald soort gasten aanwezig net als een bepaalde inrichting, personeel, samenstelling kaart en het prijsniveau: geen toeval maar berekend!
Bedrijsformule
  • Belangrijkste doel: voldoende en de juiste gasten binnenkrijgen -> winst.
  • Elke 'P' kan voor ieder restaurant belangrijker of minder belangrijk zijn:
- Personeel is in luxe restaurant belangrijker dan bij een zelfservice bedrijf
- Plaats is voor een wegrestaurant van grote waarde, een snelwegomlegging kan funest zijn
- Promotie voor een strandclub plaats je niet in het clubblad van een damclub



Slide 21 - Diapositive

inrichting restaurant
Gasten komen niet alleen om te eten te drinken of te slapen. Dat kunnen ze thuis veel goedkoper. Gasten komen voor de gastvrijheid, de sfeer en de omgeving.

 
Daarom zijn ze bereid om meer te betalen dan wat het thuis kost. Om zeker te zijn van een goede plaats zijn er gasten die een plaats willen reserveren.

De horecaondernemer legt vaak een plattegrond naast de reserveringslijst bij de telefoon.


Slide 22 - Diapositive

Afwassen!
https://www.youtube.com/watch?v=IyefLDNJrHU&feature=youtu.be

Slide 23 - Diapositive

Opdracht: Menukaartje

Je bent eigenaar van een restaurant. 

Je moet een menukaartje ontwerpen met een voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht. 

In het menu moeten alle vakken van de maaltijdschijf zitten. 


Je krijgt van je juf materiaal om het menukaartje te maken. 

Slide 24 - Diapositive