Cursus 7 Spelling: par. 1 Hoofdletters

Hoofdletters 
Hoe gebruik je hoofdletters?
Je leert wanneer je hoofdletters moet schrijven

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo b, kLeerroute VBLeerroute VKLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdletters 
Hoe gebruik je hoofdletters?
Je leert wanneer je hoofdletters moet schrijven

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Cursus 7 par. 1 Hoofdletters

  1. Herhalen theorie: werkwoorden
  2. Theorie: Hoofdletters
  3. Zelfstandig aan de slag


Slide 2 - Diapositive

Lesdoel:
Aan het einde van de les:

  • kun je hoofdletters op de juiste manier gebruiken

Slide 3 - Diapositive

Hoofdletters

Slide 4 - Diapositive

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 5 - Diapositive

Welk woord is goed geschreven?
A
Coca-Cola
B
coca-cola
C
Coca-cola

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
maandag
B
Maandag

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
kerst
B
Kerst

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
lente
B
Lente

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
februari
B
Februari

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
hardenberg
B
Hardenberg

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
Ameland
B
ameland

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
de volkskrant
B
de Volkskrant

Slide 13 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
's middags kregen we bezoek.
B
'S middags kregen we bezoek.
C
's Middags kregen we bezoek.

Slide 14 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
Maaike
B
maaike

Slide 15 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 16 - Quiz

Welk woord hoeft niet met een hoofdletters geschreven te worden?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot

Slide 17 - Quiz

Type over en plaats zo nodig hoofdletters en leestekens

het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten

Slide 18 - Question ouverte

Type over en plaats zo nodig hoofdletters en leestekens.

als je mij een mars geeft krijg je van mij een twix

Slide 19 - Question ouverte

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opdracht 1 t/m 4 in je boek vanaf blz 214
Je mag overleggen.

Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 
15 minuten de tijd
Klaar? 
Meld je bij de docent.
Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. 

Slide 20 - Diapositive

Ik geef mezelf deze emotie voor het begrijpen van het leerdoel:
Je kunt nu hoofdletters op de juiste manier gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Lesdoel:
Aan het einde van de les:

  • kun je hoofdletters op de juiste manier gebruiken √

Slide 22 - Diapositive