Oefentoets A2 Revolutie
Wie is Napoleon Bonaparte?
A
een absoluut vorst
B
een burger van Duitsland
C
een Franse keizer
D
een Nederlandse generaal
1 / 16
Éléments de cette leçon
Wie is Napoleon Bonaparte?
A
een absoluut vorst
B
een burger van Duitsland
C
een Franse keizer
D
een Nederlandse generaal
Slide 1 - Quiz
Wie zijn de patriotten
A
mensen die een volkslied zingen
B
edelen in Frankrijk
C
Nederlandse ridders
D
Nederlandse revolutionairen
Slide 2 - Quiz
Wat bedacht Montesquieu?
A
sociaal contract
B
trias politica
C
'durf te denken'
D
le hameau
Slide 3 - Quiz
Bij welke groep hoort Robespierre?
A
Jacobijnen
B
Girondijnen
C
evamijnen
D
de Fronde
Slide 4 - Quiz
Welke hoort niet bij de trias politica?
A
de wetgevende macht
B
de goddelijke macht
C
de uitvoerende macht
D
de rechtelijke macht
Slide 5 - Quiz
Waarom maakte Napoleon een einde aan de revolutie?
Slide 6 - Question ouverte
Waarom kreeg de standensamenleving meer kritiek?
A
doordat de schatkist leegraakte en de belasting omhoog moest
B
de edelen wilden meer macht en dat wilden de burgers niet
C
omdat de adel in Versailles moest wonen
D
de Fronde
Slide 7 - Quiz
Wie waren de eerste stand?
A
Jacobijnen
B
geestelijken
C
boeren en burgers
D
edelen
Slide 8 - Quiz
Hoe dachten de Girondijnen over de grondwet?
A
ze vonden het zo slecht dat ze in opstand kwamen
B
ze waren niet tevreden omdat hun ideaal was verraden
C
ze waren tevreden, ze vonden de revolutie geslaagd.
Slide 9 - Quiz
Hoe kwam er een einde aan de Franse monarchie?
A
door overstromingen
B
door de opstand
C
doordat Lodewijk XVI was gevlucht en gevangen werd genomen
D
Doordat Lodewijk XIV was gevlucht en gevangen werd genomen
Slide 10 - Quiz
Wat zijn de veranderingen in de Bataafse republiek?
A
er kwamen wegen, een eenheidsstaat en een monarchie
B
er kwam een eenheidsstaat, een parlement en een grondwet.
C
er kwam een monarchie, een grondwet en een parlement
D
er kwam een volksvertegenwoordiging, nieuwe wegen en een parlement
Slide 11 - Quiz
Wie is de zonnekoning?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk Napoleon
C
Lodewijk XVI
Slide 12 - Quiz
Wie is Lodewijk-Napoleon?
A
de zoon van Lodewijk XIV
B
de koning van Holland
C
de koning van Frankrijk
D
de keizer van Holland
Slide 13 - Quiz
Wie zijn de tweede stand?
A
de geestelijken
B
de boeren en burgers
C
de edelen
D
de koning
Slide 14 - Quiz
Bij wie hoort de uitvoerende macht volgens de trias politica?
A
vorst
B
volk
C
rechter
D
adel
Slide 15 - Quiz
Hoeveel kennen en kunnen staan er in het boekje?
A
25
B
26
C
27
D
24
