PW voorbereiding

De Franse Revolutie 
  • Franse Revolutie
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Franse Revolutie 
  • Franse Revolutie

Slide 1 - Diapositive

Welke jaartallen horen bij dit tijdvak?
A
1600 - 1700
B
1650 - 1750
C
1700 - 1800
D
1750 - 1850

Slide 2 - Quiz

Hoe heet het tijdvak dat wij nu behandelen? Begin met Tijd van ...

Slide 3 - Question ouverte

Colbert moest Lodewijk XIV ondersteunen in zijn financiën. Noem een maatregel van Colbert.

Slide 4 - Question ouverte

Het beleid van Colbert was succesvol. Toch bleef de staatskas leeg. Hoe kwam dit?

Slide 5 - Question ouverte

De standensamenleving
Clerus
Adel
Boeren

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is absolutisme?
A
Iedereen heeft macht
B
Alleen de regenten hebben macht
C
De koning heeft alle macht

Slide 7 - Quiz

Absolutisme
Geen absolutisme
Ik hoef niet te luisteren naar wat mijn volk wil
Ik heb gekozen ministers die mij adviseren.
Ik geef het belastinggeld uit zoals ik dat wil.
Ik mag geen beslissingen nemen als mijn ministers dat niet goed vinden. 

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is de 'Verlichting?'
A
Uitvinding van de straatlantaarns
B
Steeds meer uitvindingen waarbij kennis belangrijker werd dan geloof
C
Steeds meer uitvindingen die het geloof helpen de bijbel te verklaren
D
Het schrijven van een nieuwe vertaling van de bijbel

Slide 9 - Quiz

Denk na over waar de Verlichting voor stond. Wat wilden de Verlichters mee afrekenen?
A
De ratio (het verstand)
B
Altijd luisteren naar de kerk
C
De mens is van nature goed
D
De macht van het volk

Slide 10 - Quiz

De Franse Revolutie
Terreur
Absolutisme 

Slide 11 - Question de remorquage

Wie bedacht de trias politica?
A
Spinoza
B
John Locke
C
Montesquieu
D
Rousseau

Slide 12 - Quiz

De Trias Politica van Montesquieu - schuif naar de juiste plek!
onafhankelijke rechters
regering
parlement
De wetgevende macht
De uitvoerende macht
Rechtsprekende macht

Slide 13 - Question de remorquage

Rationalisme is...
A
Proberen de wereld te begrijpen door goed naar de Bijbel te kijken.
B
De oude Griekse wetenschap.
C
Een middeleeuwse filosofie.
D
Proberen de wereld te begrijpen met gebruik van het gezond verstand.

Slide 14 - Quiz

Jacobijnen/Terreur
Trias Politica
14 juli 1789
Girondijnen
Robespierre
Montesquieu
Bestorming van de Bastille
Gematigde revolutionairen

Slide 15 - Question de remorquage

Verlichting
Ancien Regime
rationalisme

traditie
gelijkwaardigheid
Trias Politica 
onderzoek en experiment

standenmaatschappij

absolutisme
natuurrechten 

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is de betekenis van het begrip "grondwet"?

Slide 17 - Question ouverte

Welke grondrechten staan er in onze grondwet?

Slide 18 - Carte mentale

Wat is de overeenkomst tussen de grondwet en de Verklaring van de rechten van de mens en burger?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het verband tussen de Verlichting en Rationalisme?

Slide 20 - Question ouverte

In welk jaartal startte de Franse Revolutie?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is een oorzaak van de Franse Revolutie? En wat is geen oorzaak?
strenge leefregels van de kerk
de standensamenleving
belastingplicht voor de adel
Armoede op het platteland
absolute macht van de koning
Oorzaak Franse Revolutie
Geen oorzaak Franse Revolutie

Slide 22 - Question de remorquage

Hoe noemen we de periode onder Robespierre?
A
Schrik
B
Drama
C
Schreeuw
D
Terreur

Slide 23 - Quiz

Voor de Franse Revolutie
Tijdens/na de Franse Revolutie
Monarchie
Grondwet
Standen
Gelijkheid

Slide 24 - Question de remorquage

Zet de volgende gebeurtenissen over Napoleon in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later:
A Generaal Napoleon grijpt de macht in Frankrijk.
B Napoleon kroont zichzelf tot keizer.
C Napoleon wordt bij Waterloo verslagen.
D Napoleon wordt dictator.
E Napoleons leger wordt in Rusland vernietigd.

A
A, B, D, C, E
B
A, D, B, E, C
C
D, A, B, C, E
D
D, B, A, E, C

Slide 25 - Quiz

Napoleon maakte zijn broer: Lodewijk Napoleon Koning van Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Wie was Napoleon?
A
Een Franse priester die voor de derde stand opkwam
B
Een Franse soldaat die wereldberoemd werd door zijn krijgskunst
C
Een Franse generaal die de macht overnam in Frankrijk en keizer werd
D
Een Franse edelman die het oneens was met de koning

Slide 27 - Quiz

Door Napoleon:
A
Gebruiken we maten als meter, liter en kilo in Nederland
B
Heeft iedereen in Nederlandeen achternaam moeten nemen
C
Rijden we rechts op de wegen in Nederland
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 28 - Quiz

Wat is de Code Napoleon?
A
Een code die hij riep als de soldaten moesten aanvallen.
B
Het Franse burgerlijk wetboek uit 1804.
C
Het Franse burgelijk wetboek uit 1800.
D
Een code die hij riep als er gevaar was.

Slide 29 - Quiz

Stelling:
Napoleon was een absolute heerser.
Napoleon was een verlicht heerser.
Leg uit waarom beide goed zijn.

Slide 30 - Question ouverte

Welk cijfer ga jij morgen halen?
010

Slide 31 - Sondage