derde klas havo creativity

UNIT 3 
CREATIVITY
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

UNIT 3 
CREATIVITY

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

THE AIM OF THIS LESSON IS:
- establish if you have any active memory regarding the  
   grammar you've came across in this unit so far
- vocabulary

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

melodie

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

goed overweg kunnen met

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Present perfect:
Wanneer gebruik je de present perfect?
A
het is in het verleden gebeurd en niet belangrijk wanneer.
B
bij feiten, gewoontes en regelmaat.
C
wanneer het nog moet gaan gebeuren.
D
als het nu gebeurt.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Present perfect:

Wat is de regel van de present perfect?
A
hele werkwoord + -ed. (worked)
B
shit rule= hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele werkwoord + -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (helped, found)

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PRESENT PERFECT:
in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working until late.
B
She have been working until late.
C
She has worked until late.
D
She has been working until late.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

aardig

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
ww + -ed
B
stam (bij I, you, we, they) stam + s (bij he, she, it)
C
vorm van to be + ww + -ing

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Present Simple:

Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Present Simple
welke zin is present simple?
A
Lucy lives in London.
B
Lucy lived in London.
C
Lucy is living in London.
D
Lucy has lived in London.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een handje helpen

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Present Continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat nu aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.
D
Iets dat nog gaat komen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Present continuous:

Hoe wordt de de present continuous gevormd?
A
hele ww + -ed
B
have/ has + ww-ing
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww + -ing
D
hele werkwoord (shit: + -s)

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Present continuous:
Pick the present continuous.
A
We are eating lunch at the cafeteria.
B
They have eaten lunch at the cafeteria before.
C
She ate lunch at the cafeteria.
D
He has eaten lunch at the cafeteria.

Slide 15 - Quiz

Present continuous
1. aan te geven dat iets NU aan de gang is. Signaalwoorden zijn o.a: "now, at the moment, listen..." enz.
2. aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er bij wanneer je in de toekomst dat van plan bent.
3. irritatie aan te geven
Maak de present continuous door: vorm van 'to be' (am/is/are) + ww+ ing
Susanne is singing right now
terugkrabbelen

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

My memory has been sufficiently activated with this lesson
A
totally agree
B
totally disagree
C
neither A nor B
D
perhaps a little bit

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions