12.1 Fascisme en nazi-Duitsland

Nazi-Duitsland en het fascisme in Europa
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nazi-Duitsland en het fascisme in Europa

Slide 1 - Diapositive

Fascisme

Slide 2 - Carte mentale

Bijbehorende ka's
ka 37: Rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
Speelde een belangrijke rol bij de opkomst van Hitler. 
ka 38. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaal-socialisme

ka 39: crisis van het wereldkapitalisme

ka 43: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden


Slide 3 - Diapositive

Wie is welke bekende fascist?
Hitler
Mussolini
Franco
Goebbels

Slide 4 - Question de remorquage

Wat was eerder en wat was later?
Wat staat in de goede volgorde?
A
fascisme, nationaalsocialisme, antisemitisme
B
fascisme, nationaalsocialisme, antisemitisme
C
antisemitisme, fascisme, nationaalsocialisme
D
antisemitisme nationaalsocialisme fascisme

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Kijkopdracht tot 8.30 min 
(Hoe kon Mussolini zo groot worden? In Europa 10 min youtube)
1. Hoe kon Mussolini zo groot worden?
2. Wat was het verband tussen Hitler en Mussolini?
3. Hoe viel Mussolini uiteindelijk van zijn troon?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Verband Hitler en Mussolini
Wat is NIET waar?
A
Hitler keek neer op Mussolini en wilde het fascisme verbeteren
B
Hitler keek op tegen Mussolini en kopieerde zijn groet en gebaren
C
Mussolini zag Hitler als een scholiertje en nam hem niet serieus
D
Mussolini moest later hulp van Hitler accepteren tijdens de oorlog

Slide 9 - Quiz

Opkomst 
van Hitler

Slide 10 - Diapositive

Wanneer is deze foto gemaakt van Hitler?
A
Toen hij in het Oostenrijkse leger diende
B
Toen hij met de Duitsers meevocht tijdens de WOI
C
Toen hij een arme student was aan de Kunstacademie
D
Toen hij opgesloten zat in de gevangenis

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN probleem in Duitsland na de WOI?
A
Het strenge verdrag van Versailles
B
de grote armoede na de oorlog
C
geen vertrouwen in de democratie
D
het imperialisme van Mussolini

Slide 12 - Quiz

Waarvoor staat de afkorting NSDAP?
(NLse spelling)

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Hitler belooft oplossingen
- Duitsland weer opbouwen dmv
  • één sterke leider ipv zwakke democratie
  • militarisme en nationalisme
  • sterke staat > werkgelegenheid
  • joden en communisten als zondebokken

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Rijksdagbrand
27 feb 1933

Slide 17 - Diapositive

Hoe heette de communist die werd veroordeeld voor deze brand?
A
Marinus van der Lubbe
B
Maarten van der Libbe
C
Marinus van de Libbe
D
Maarten van der Lubbe

Slide 18 - Quiz

Dankzij dit apparaat kon Hitler opkomen. Wat is het?
A
een microfoon
B
een zender
C
een camera
D
een radio

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Drie verhaallijnen
Start: 1919, einde 1938

Man, 21 jaar
Kind, 1 jaar
Moeder, 38 jaar

Slide 21 - Diapositive

Terreur en propaganda
> totalitaire staat
Propaganda
- toespraken
- massabijeenkomsten
film, radio, posters, boeken, 

Terreur
- SA > knokploegen NSDAP
- tegenstanders mishandelen en opsluiten in kampen

Slide 22 - Diapositive

De familie Goebbels 

Slide 23 - Diapositive

Met welke letter beginnen de namen van de kinderen van Goebbels?
A
G van Goebbels
B
H van Hitler
C
N van nationaalsocialisme
D
F van Fascisme

Slide 24 - Quiz

Hellmut, Herbert, Harald, Helga, Hildegard, Helmut, Holdine, Hedwig en Heidrun

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Welk begrip past bij de vorige afbeelding?
A
Sociaaldarwinisme
B
Rassenleer
C
Fascisme
D
Antisemitisme

Slide 29 - Quiz

Uit een antisemitisch prentenboek
(Duitsland jaren dertig, 7e oplage: 100.000)

Slide 30 - Diapositive

Leg uit dat deze afbeelding antisemitisch is

Slide 31 - Question ouverte

Herkennen 
Joden hebben zwart haar, grote kromme neuzen, dikke met rood aangezette hangende onderlippen, dik en vadsig, met een vaak bruine ongezonde gelaatskleur. Andere Duitse personages waren blond, hadden blauwe ogen en waren levenslustig. In het verhaal zijn de Joden vaak onbetrouwbare veehandelaren, warenhuiseigenaren, advocaten, dokters of verleiders van de Duitse vrouwen."

Slide 32 - Diapositive

Rassenleer en discriminatie (ka 43)
- Hitler combineert antisemitisme met de rassenleer:
  • verschillen tussen rassen: übermenschen (Ariërs) en untermenschen (bv. joden en zigeuners)
  • aangeboren eigenschappen: uiterlijk én karakter
- Discriminatie: ongelijke behandeling joden 
  • vastgelegd in Neurenbergerwetten (1935) 
  • joden geen burgerrechten, geen vermenging rassen
  • later terreur (Kristallnacht 1938), deportatie en moord

Slide 33 - Diapositive

Welke uitleg van de Kristallnacht hoort er NIET bij?
A
Het was een pogrom (aanval op joden)
B
Bezit van joden in heel Duitsland werd vernield
C
Het was de eerste stap in uitsluiting vd joden
D
Het was in 1938

Slide 34 - Quiz

Fascistisch Spanje
Fascistisch
Spanje

Spaanse 
Burgeroorlog

Slide 35 - Diapositive

Spaanse Burgeroorlog

Slide 36 - Carte mentale

Kijkopdracht Spaanse Burgeroorlog
1. Van wanneer tot wanneer was de Spaanse Burgeroorlog?
2. Wat was de voorgeschiedenis van deze oorlog? (waarom kwam het tot een conflict?)
3. Welke groepen stonden er tegenover elkaar?
4. Wat waren de gevolgen voor de bevolking tijdens de oorlog?
5. Welke gevolgen had de mislukte coup in 1981 voor de omgang met het Franco-verleden?

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Slide 39 - Diapositive