Herhalingsles SE0

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Maatschappijwetenschappen

Voorbereiding
SE 0 

Deze les

- Overzicht lesstof SE 0 

- Tips bij beantwoorden van vragen

- Samen kijken naar één voorbeeld

- Zelf aan de slag (oefenvragen SE0)

Optie voor laatste vragen & feedback

Socialisatie (KC)

1. Je legt uit wat er wordt overgedragen (en verworven) in de bron. (Bijv. Er wordt een manier van kleden / een taal / tradities / goed of slecht gedrag / een muzieksmaak of waarde overgedragen). + evt. bij welke cultuurgroep / samenleving dit hoort
2. Je legt uit hoe deze socialisatie plaatsvindt. Je hebt dat drie keuzes: opvoeding, opleiding of de restcategorie 'andere vormen van omgang met anderen. (Bijv. door opvoeding in een gezin / door school als opleiding / reclames als andere omgang met anderen). 

Ahmet wordt gesocialiseerd omdat de waarde 'respect' op hem wordt overgedragen. Binnen de islamitische cultuur waar hij toe behoort is de waarde respect erg belangrijk. Ahmet probeert altijd respectvol met iedereen om te gaan. Hij heeft de waarde respect dus verworven. Deze socialisatie vindt bij Ahmet vooral plaats door zijn islamitische opvoeding. 

Identiteit (KC)

1. Je kiest één van de drie stukken van het eerste element (zie kernconceptenboekje) en leg uit welk beeld dat is (bijv. iemand die het beeld uitdraagt dat hij sportief is).
2. Je legt uit waar het beeld vandaan komt, oftewel van welke groep het is afgeleid. Je hebt dan twee keuzes: de groep waar iemand bij hoort / de groep waar je juist niet bijhoort.

Het kernconcept identiteit past bij de situatie van Corné, omdat hij het beeld uitdraagt dat hij veel waarde hecht aan gelijke behandeling van mensen. Dit blijkt uit het feit dat hij op zijn sociale media vaak berichten deelt waarin geprotesteerd wordt tegen homofobie. Dit beeld heeft hij afgeleid van het feit dat hij deel uitmaakt van (de groep) 'De roze Regahs'. De roze reigers is een groep supporters van voetbalclub ADO die zichzelf als '100% voor ADO Den haag, 100% tegen homofobie. 

Groepsvorming (KC)

1. Je legt uit tussen wie er bindingen ontstaan. Bijv. bindingen tussen jongeren van een vriendengroep, tussen bewoners van een wijk of tussen twee staten/landen.
2. Dan leg je uit hoe zij elkaar beïnvloeden. Dit is het makkelijkst door te vertellen welke gemeenschappelijke norm of waarde deze mensen hebben ontwikkeld. Bijv. de norm dat je een bepaald soort kleding hoort te dragen, of een waarde zoals 'milieu'. 

Sociale cohesie (KC)

1. Je legt uit tussen wie er bindingen hebben met elkaar.
   Als extra optie kun je hier aangeven of de bron iets zegt over het aantal bindingen of de kwaliteit van de bindingen tussen deze mensen. 
2. Dan leg je uit waaraan je kunt zien dat er wel/geen sociale cohesie is.
   Je hebt vier opties waaraan je dat zou kunnen zien (het gevoel een groep te zijn / lid te zijn van een gemeenschap / de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn / de mate waarin je daar een beroep op kunt doen)

Maatschappijwetenschappen

Volgende week (3):
2.3 + 2.4

Fijn weekend!