ZG3A dinsdag 2 februari paragraaf 3.4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Voorbereiding

Pak je boek 3A

Pak een pen

Pak een rekenmachine

Vandaag

- terugblik op paragraaf 3.3

- uitleg over paragraaf 3.4

- zelfstandig werken

- Lorena en Isabel Z (inhalen TW toets) 

Lesdoelen

Je weet wat reserveren is

Je kunt rekenen met reserveren

Je weet hoe je een opgave moet lezen, voordat je begint met de formule van reserveren

een budgetplan is:

1. overzicht van inkomsten en uitgaven
2. overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven
3. overzicht wat je gaat uitgeven
4. overzicht wat je inkomsten zijn

bezuinigen doe je wanneer je een overschot hebt op je budgetplan

1. Waar
2. Niet waar

Als je een overschot hebt op je budgetplan, dan kun je het beste:

1. Sparen
2. Bezuinigen

Stel je verdiend 1300 euro per maand, hoeveel is dat per week?

1. 325
2. 300
3. 315
4. 305

Welke drie uitgaven kun je onderscheiden?

1. Sparen, Vaste lasten, Bezuinigen
2. Vaste lasten, Incidentele uitgaven, dagelijkse uitgaven
3. Vaste lasten, dagelijkse uitgaven, bezuinigen
4. Vaste lasten, sparen, incidentele uitgaven

Reserveren

Formule:

(aanschafprijs - restwaarde) : gebruiksduur

schrijf dit op

Maken

Maak nu vraag 3 op bladzijde 92

Vraag 3

a) 1. vervangingswaarde. 2. restwaarde.  3. te reserveren bedrag

b) (2100 - 450) : 10 = 165 per jaar. (de vraag was per maand)

dus, 165 : 12 = 13,75 euro per maand

c) de vervangingswaarde en de restwaarde

Maken vraag 6

Vraag 6

a) 36000 : 10 = 3600 per jaar, dus 3600 :12 = 300 per maand

b) prijsstijging is 40%, 

36000 x 1,40 = 50400 euro

50400 : 10 = 5040 euro per jaar, dus 420 per maand

c) 

Zelfstandig werken

Maken paragraaf 3.4 (huiswerk voor donderdag)

je mag de online les verlaten. (behalve Lorena en Isabel Z)

ik blijf om vragen te beantwoorden.