Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
La semaine 36 grammaire et écouter
La semaine 38: le six-sept et le dix-huit septembre
- Herhalen vorige week, vragen,
- ex: 3,4,5,6,8 apprendre 2 en 3 uitleg
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
120 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
La semaine 38: le six-sept et le dix-huit septembre
- Herhalen vorige week, vragen,
- ex: 3,4,5,6,8 apprendre 2 en 3 uitleg
Slide 1 - Diapositive
Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: Exercice: 3,4,5,6 apprendre 2
1. Herhalen vorige les.
2. Doornemen apprendre 2 - oefenen
3. samen mk ex. 3,4,5,6
4.
Devoirs: faire ex. 1.2 ex 3,4,5,6 ler apprendre 2
Slide 2 - Diapositive
Le but d'aujourd'hui:
Aan het einde van de les ken je een aantal nieuwe woorden en heb je je eerste tekst gelezen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Allez-y.... au travail!
- faire ex. 3,4,5,6 , samen met mij of alleen in stilte
Slide 6 - Diapositive
quizlet.com
Slide 7 - Lien
Les devoirs:
Apprendre 2, F/N - ex. 1.2 ex. 3,4,5,6
Slide 8 - Diapositive
Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: Exercice: 8 apprendre 2 en 3
1. Herhalen vorige week.
2. Doornemen apprendre 2 - oefenen en apprendre 3
3. samen
4.
Devoirs: faire ex. 1.3 ex. 8 et apprendre 2 et 3
Slide 9 - Diapositive
Le but d'aujourd'hui:
Aan het einde van de les ken je een aantal nieuwe woorden en ken je het onregelmatige werkwoord etre en weet je hoe je die gebruikt.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Allez-y.... au travail!
- faire ex. 8, samen met mij of alleen in stilte
Slide 13 - Diapositive
quizlet.com
Slide 14 - Lien
Les devoirs:
Apprendre 2 F/N - ex. 1.3 ex. 8
Slide 15 - Diapositive
Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: ex. 9,10,11,12,13
1. Herhalen en vragen/ questions?
2. Samen ex. 12 en 13
3. Zs: mk ex. 9,10,11,14
4.
Devoirs: faire ex. 1.4: 9,10,11,12,13,14
Slide 16 - Diapositive
Le but d'aujourd'hui:
Aan het einde van de les kun je begrijpen hoe Fransen zich voorstellen aan elkaar.
Slide 17 - Diapositive
Noteer alle vormen van het werkwoord être (ik ben, jij bent...)
Slide 18 - Question ouverte
Vul een vorm van être in.
… l'ami de Marc? Oui, je suis l'ami de Marc.
A
Tu es
B
Il est
C
Nous sommes
D
Elles sont
Slide 19 - Quiz
Vul een vorm van être in.
C'est Marie-Cécile. … belle.
A
Je suis
B
Elle est
C
Vous êtes
D
Elles sont
Slide 20 - Quiz
Vul een vorm van être in.
Voilà Liam et Yvonne. … à l'école.
A
Il est
B
Elle est
C
Ils sont
D
Elles sont
Slide 21 - Quiz
Comment tu t'appelles?
Tu es français?
Tu habites où?
Tu habites dans une ville ou un village?
J'habite dans une ville.
Je m'appelle Thomas.
Non, je suis néerlandais.
J'habite à Utrecht.
Slide 22 - Question de remorquage
Alors maintenant au travail:
- samen ex. 12,13
- Zs mk ex. 9,10,11,13
timer
1:00
Slide 23 - Diapositive
Les devoirs:
Apprendre 2,3 F?N et faire:ex 9,10,11,13
Slide 24 - Diapositive
Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: ex. 14,15 en apprendre 4 et 10
1. Herhalen en vragen/ questions?
2. Samen ex. 14 en 15
3. Options: - plannen huiswerk volgende week
- vragen stellen
- leren
4.
Devoirs: faire ex. 1.4: 14,15 ler. apprendre 1,2,3,4
Slide 25 - Diapositive
Le but d'aujourd'hui:
Aan het einde van de les kun je begrijpen hoe Fransen zich voorstellen aan elkaar.
Slide 26 - Diapositive
le verbe
être
je
suis
tu
es
il / elle/ on
est
nous
sommes
vous
êtes
ils / elles
sont
ik
ben
jij
bent
hij / zij / men
is
wij
zijn
jullie / u
zijn / bent
zij [mmv / vmv]
zijn
Slide 27 - Diapositive
être
=
zijn
il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
tu es
je suis
wij zijn
zij zijn (ml&vr)
ik ben
u bent & jullie zijn
jij bent
hij/zij/men is (wij zijn)
Slide 28 - Question de remorquage
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Slide 29 - Question de remorquage
Ik ben
jij bent
hij is
men is / wij zijn
wij zijn
u bent / jullie zijn
zij zijn (ml + mv)
zij zijn (vr + mv)
zij is
Slide 30 - Question de remorquage
Vul de goede vorm van 'être' in:
je ...
A
suis
B
es
C
est
D
sont
Slide 31 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
ils ...
A
est
B
es
C
sommes
D
sont
Slide 32 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
on ...
A
es
B
est
C
sommes
D
êtes
Slide 33 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
vous ...
A
sommes
B
êtes
C
être
D
sont
Slide 34 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
Julie
A
suis
B
es
C
est
D
sont
Slide 35 - Quiz
Vul de goede vorm van 'être' in:
Jean et Pierre ...
A
est
B
sommes
C
sont
D
être
Slide 36 - Quiz
quizlet.com
Slide 37 - Lien
Alors maintenant au travail:
- samen ex. 14,15
- Options: - plannen huiswerk volgende week
- vragen stellen
- leren
timer
1:00
Slide 38 - Diapositive
Les devoirs:
Apprendre 1,2,3,4 F/N et faire:ex 14,15
Slide 39 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
La semaine 45 herh. avoir 2.4 et 2.5
Novembre 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
week 39
Septembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Week 38 en 39 2024
Septembre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
La semaine 37 2024 intro Unité 1, civilisation et regarder
Septembre 2021
- Leçon avec
37 diapositives
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
La semaine 43 Intro Unité 2
Octobre 2021
- Leçon avec
47 diapositives
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
La semaine 36 1.0 t/m 1.3
Août 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
week 39
Septembre 2024
- Leçon avec
51 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Semaine 37 2024 intro et unité 1
Août 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1