Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
Sector 01 - oefeningen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Een aantal verhelderende filmpjes
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Wat is er blijven plakken?
We gaan nu een aantal oefeningen doen om te kijken wat er is blijven plakken van de leerstof van vorige week!
Slide 6 - Diapositive
Wat is het figuur-achtergrondprincipe?
Slide 7 - Question ouverte
Wat verstaan we onder de Gestaltpsychologie?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de gulden snede?
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het Phi-fenomeen?
Slide 10 - Question ouverte
Wat verstaan we onder de rij van Fibonacci?
Slide 11 - Question ouverte
Prikkels die de ogen opnemen, worden verwerkt in de ...... cortex
Slide 12 - Question ouverte
Het verbindingsstation in de hersenen is de
Slide 13 - Question ouverte
We zijn geneigd een beeld op te delen in twee aparte delen. De combinatie van die twee aparte delen levert een eenvoudiger patroon of geheel op dan het niet-opgedeelde beeld. Deze omschrijving hoort bij het
A
wet van nabijheid
B
figuur-achtergrondprincipe
C
Phi-fenomeen
D
organisatieprincipe
Slide 14 - Quiz
Twee prikkels die elkaar aan een bepaalde snelheid opvolgen, registreren we als een bewegend beeld. Dit organisatieprincipe noemen we het
A
film
B
gestaltpsychologie
C
stop-motion
D
phi-fenomeen
Slide 15 - Quiz
De Gestaltpsychologie is een ........... stroming die we situeren aan het begin van de 20e eeuw
A
Nederlandse
B
Duitse
C
Belgische
D
Oostenrijkse
Slide 16 - Quiz
Wat dezelfde kleur heeft, zien we als samenhorend. Dat is de wet van de?
A
gelijkheid
B
nabijheid
C
oriëntatie
D
continuïteit
Slide 17 - Quiz
Bij een schilderij van een landschap, zien we het onderste deel als ..............................en het bovenste deel als ............................... (2 antwoorden)
Slide 18 - Question ouverte
Wanneer we op een podium een groep acteurs met hetzelfde tempo zien lopen, beschouwen we hen als een groep. Dan speelt de wet van de ......
Slide 19 - Question ouverte
In het waarnemingsproces behoort de cortex tot de prikkel / sensatie / perceptie
Slide 20 - Question ouverte
Welk principe herken je in het kunstwerk?
Slide 21 - Question ouverte
De verhouding die waarnemers van kunst het meest aangenaam vinden, wordt de ................ genoemd.
Slide 22 - Question ouverte
Leg de wet van de oriëntatie uit. Illustreer ze met een concreet voorbeeld.
Slide 23 - Question ouverte
Welke groeperingswet herken je in het kunstwerk? Leg kort uit.
Slide 24 - Question ouverte
Geef twee principes die je in het kunstwerk herkent.
Slide 25 - Question ouverte
Geef drie groeperingswetten die je herkent in het kunstwerk. Leg ze telkens kort uit.
Slide 26 - Question ouverte
Geef twee organisatieprincipes, waarvan één groeperingswet, die je herkent in het kunstwerk. Leg ze telkens uit.
Slide 27 - Question ouverte
Geef twee principes die je herkent in het kunstwerk. Pas één groeperingswet toe.
Slide 28 - Question ouverte
Welke groeperingswet herken je in het kunstwerk?
Slide 29 - Question ouverte
Welk organisatieprincipe herken je? Leg het kort uit.
Slide 30 - Question ouverte
Welk organisatieprincipe herken je? Leg het kort uit.
Slide 31 - Question ouverte
Max Wertheimer ontdekte het .
A
de rij van Fibonacci
B
phi-fenomeen
C
de gulden snede
D
wet van prägnanz
Slide 32 - Quiz
prikkel
zintuig
zenuwbanen
thalamus
cortex
fysisch gegeven
zintuigelijke gegeven
psychisch gegeven
Slide 33 - Question de remorquage
A
De wet van oriëntatie
B
De wet van gelijkheid
C
De wet van continuïteit
D
De wet van nabijheid
Slide 34 - Quiz
A
De wet van oriëntatie
B
De wet van gelijkheid
C
De wet van continuïteit
D
De wet van nabijheid
Slide 35 - Quiz
In de fase ‘sensatie’ vindt de interpretatie van de prikkel plaats.
A
waar
B
niet waar
Slide 36 - Quiz
Hoe meer de gulden snede benaderd wordt in een kunstwerk, hoe mooier we het zullen vinden.
A
waar
B
niet waar
Slide 37 - Quiz
‘Je ziet eerst de bakstenen en dan pas het gebouw.’ Deze uitspraak past bij het organisatieprincipe ‘het geheel is meer dan de som van de delen’.
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quiz
De wet van Prägnanz betekent dat we prikkels in onze omgeving zo eenvoudig mogelijk willen organiseren.
A
waar
B
niet waar
Slide 39 - Quiz
De cortex is het verbindingsstation in de hersenen.
A
waar
B
niet waar
Slide 40 - Quiz
Bij foto’s die bestaan uit twee gebieden die horizontaal van elkaar gescheiden zijn, beschouwen we het bovenste deel als figuur en het onderste deel als achtergrond.
A
waar
B
niet waar
Slide 41 - Quiz
A
Phi-fenomeen
B
De wet van gelijkheid
C
Figuur-achtergrond principe
D
De wet van nabijheid
Slide 42 - Quiz
wet van de nabijheid
wet van de gelijkheid
wet van de oriëntatie
wet van de snelheid
wet van de continuïteit
Iets wat kort bij elkaar staat ga je als 1 geheel zien
Je gaat alles als 1 geheel zien als ze hetzelfde zijn
Elementen die zich in dezelfde richting voortbewegen, worden als samenhorend beschouwd.
Elementen die met dezelfde snelheid bewegen, horen samen.
Als de elementen op één doorlopende lijn liggen, denken we dat er continuïteit in de lijn is.