Top academie hoofdstuk 2 schoonmaken

Hoofdstuk 2 
schoonmaken 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 
schoonmaken 

Slide 1 - Diapositive

Doel van het hoofdstuk 
Na dit hoofdstuk weet je:
  1. de schoonmaakregels
  2. welke soorten vuil er allemaal zijn
  3. hoe en waarmee je verschillende soorten vuil schoonmaakt
  4. wat de PH-waarden van verschillende schoonmaak middelen zijn 
  5. welke verschillende gevarensymbolen er op een etiket van een schoonmaakmiddel kunnen staan en wat ze betekenen
  6. wat er gebeurt als je te veel reinigingsmiddelen gebruikt
  7. wat een microvezeldoek is en hoe je deze gebruikt 

Slide 2 - Diapositive

Welke schoonmaak regels zijn er? 

Slide 3 - Diapositive

schoonmaakregels 
  1. Eerst kijken, dan denken en daarna doen
  2. Je werkt van hoog naar laag 
  3. Werk van buiten naar binnen
  4. Werk van schoon naar vuil
  5. Je gaat linksom of rechtsom door de ruimte 

Slide 4 - Diapositive

Welke verschillende soorten vuil bestaan er? 

Slide 5 - Diapositive

Verschillende soorten vuil
los vuil: Denk aan confetti, zand en stof 

licht gehecht vuil: vingerafdrukken of een koffievlek op een tafel 

sterk gehecht vuil: kauwgom op de vloer

Slide 6 - Diapositive

Wat weten jullie nog van PH-waarde? 

Slide 7 - Diapositive

PH-waarden
  1. De PH-waarden geeft aan hoe zuur een schoonmaak middel is. 
  2. De PH-waarden kunnen liggen tussen de 0-14. 
  3. 0-3 = sterkzuur = kalkverwijderaar
    4-6 = zwakzuur = schoonmaakazijn
    7 = Neutraal = handzeep 
    8-10 = zwak Alkalisch = afwasmiddel 
    10-14 = sterk Alkalisch = kalkzeepverwijderaar
  4. De PH-waarden van een schoonmaakmiddel geeft aan waar je dit middel het beste voor kunt gebruiken 
  5. Met een Alkalisch schoonmaak middel verwijder je vet 
  6. Met een zuur schoonmaak middel verwijder je roest en kalk

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn gevarensymbolen?

Slide 9 - Diapositive

de gevarensymbolen 

Slide 10 - Diapositive

Etiket 
Voordat je een reinigingsmiddel gaat gebruiken moet je het etiket lezen. Hier staat informatie over het reinigingsmiddel op. Er staat op waar je het voor kunt gebruiken. Hoe je het moet gebruiken. Maar ook hoeveel je van het reinigingsmiddel moet gebruiken. 
VIB = Bij alle reinigingsmiddelen zit een informatieblad over de veiligheid.

Slide 11 - Diapositive

Wat gebeurt er als je te veel reinigingsmiddel gebruikt? 

Slide 12 - Diapositive

Wat gebeurt er als je te veel reinigingsmiddel gebruikt? 
  1. Het reinigingsmiddel is schadelijk voor de oppervlakte of ruimte die je schoonmaakt. Dat betekent bijvoorbeeld dat het (blijvende) vlekken of strepen achter kan laten.
  2. Je huid of ogen raken geïrriteerd.
  3. Het reinigingsmiddel laat een vettig laagje achter.
  4. Het reinigingsmiddel gaat sneller op.
  5. Het is slecht voor het milieu  

Slide 13 - Diapositive