Modern imperialisme en nationalisme

Europa en de wereld
Waarom veranderde na 1850 de verhouding tussen West-Europa en Afrika en Azië?

Welke motieven speelden een belangrijke rol bij het modern imperialisme?
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Europa en de wereld
Waarom veranderde na 1850 de verhouding tussen West-Europa en Afrika en Azië?

Welke motieven speelden een belangrijke rol bij het modern imperialisme?

Slide 1 - Diapositive

Ophalen kennis
Wat weten we nog over de industrialisatie van Europa?

Slide 2 - Diapositive

De eerste fabrieken ontstonden in de buurt van...
A
grote steden
B
andere fabrieken
C
water
D
de zee

Slide 3 - Quiz

Dat was na verloop van tijd niet meer nodig, omdat ... ervoor zorgden dat fabrieken overal konden staan.
A
arbeiders
B
stoommachines
C
de spinning Jenny
D
waterkracht

Slide 4 - Quiz

Fabrikanten wilden zo snel mogelijk heel veel winst maken, dit ging vaak ten koste van ...
A
het loon van de arbeider.
B
de kwaliteit van de producten.
C
de handel.
D
de productie.

Slide 5 - Quiz

De werkomstandigheden waren slecht, omdat ...
A
dan niet veel geld in veiligheid gestoken hoefde te worden.
B
het leven van fabrieksarbeiders niets waard was.
C
er toen nog niet werd nagedacht over omstandigheden.

Slide 6 - Quiz

Op het platteland waren steeds minder mensen nodig voor werk. Wat is het gevolg?
A
Er werden minder mensen geboren.
B
Productieve machines werden gesloopt.
C
Boeren werden sneller rijk.
D
Mensen trokken naar de stad om werk te vinden.

Slide 7 - Quiz

Wat is de beste omschrijving voor de omstandigheden waarin arbeiders werkten en woonden?
A
Kleine, instabiele huizen met slechte hygiëne waarin mensen met gezinnen bij elkaar woorden.
B
Werkomstandigheden waren goed, woonomstandigheden waren slecht: ratten, kleine huizen.
C
Woonomstandigheden waren goed en werkomstandigheden waren slecht: veel vervuiling, dampen, lange werkdagen.
D
Beide waren goed.

Slide 8 - Quiz

Trots en vernedering

Slide 9 - Diapositive

Frankrijk vs. Duitsland

1870-1871
Duitsland wint
Begin van een groot Duitsland

Slide 10 - Diapositive

Duitse keizer wordt gekroond in Versailles

Slide 11 - Diapositive

Hoe zouden de Fransen zich hebben gevoeld en hoe zouden dat gevoel weer kunnen verdwijnen?

Slide 12 - Carte mentale

Vandaag 
Modern imperialisme!

Slide 13 - Diapositive

Productie stijgt enorm snel!

  • Grondstoffen voor productie!
  • Europa is te klein / heeft te weinig grondstoffen.

Slide 14 - Diapositive

Europa wil meer

  • Fabrieken draaiende houden = meer grondstoffen!
    katoen, steenkool, aardolie
  • Oplossing - gebieden veroveren

Slide 15 - Diapositive

Modern imperialisme 
Europese landen veroveren enorme gebieden in Afrika en Azië voor grondstoffen en afzetmarkt. 

Slide 16 - Diapositive

Economische motieven

  • Grondstoffen voor de productie in fabrieken in Europa. 
  • Afzetmarkt: Europese producten verkopen aan mensen in Afrika en Azië. 

Slide 17 - Diapositive

Politieke motieven

  • Grote koloniën = veel macht! 
  • Nationalisme
  • Frans-Duitse oorlog
  • Frankrijk versus Duitsland  

Slide 18 - Diapositive

Iedereen wil koloniën!
Tijdens de Conferentie van Berlijn wordt zelfs heel Afrika verdeeld!
1884-1885

Slide 19 - Diapositive

Voor
Na

Slide 20 - Diapositive

Cultureel motief

  • Europa voelt zich superieur. 
  • Verspreiden christendom over de wereld. 
  • Missionarissen.

Slide 21 - Diapositive

Korte check

Slide 22 - Diapositive

Waarvoor hadden Europese landen grote gebieden nodig buiten Europa?
A
Grondstoffen voor fabrieken. Land om op te leven.
B
Landbouw Land om op te leven.
C
Grondstoffen voor fabrieken. Landbouw
D
Grondstoffen voor fabrieken. Gebieden om producten aan te verkopen.

Slide 23 - Quiz

Hoe verschilde het stichten van koloniën in de Gouden Eeuw van het stichten van koloniën in de tijd van burgers en stoommachines?
A
In de Gouden Eeuw waren het vooral handelsposten, geen grote stukken grond die werden veroverd.
B
In beide tijden was het stichten van koloniën hetzelfde.
C
In de Gouden Eeuw werd vooral Azië gekoloniseerd, in de tijd van burgers en stoommachines vooral Afrika.
D
In de Gouden Eeuw werd er meer gekoloniseerd dan in de tijd van burgers en stoommachines.

Slide 24 - Quiz

Om welke politieke (bestuur) reden deden Europese landen aan modern imperialisme?
A
Doel was om andere landen te besturen.
B
Ze wilden een grotere afzetmarkt voor producten.
C
Veel koloniën = macht!

Slide 25 - Quiz

Leg uit wat er werd besloten bij de Conferentie van Berlijn. Gebruik in je antwoord: Afrika.

Slide 26 - Carte mentale

Welk cultureel motief had Europa om te koloniseren?
A
Verspreiden van de Europese cultuur - superioriteitsgevoel.
B
Verspreiden van het christendom.
C
Om er machtig uit te zien.
D
Grondstoffen halen uit koloniën voor de productie in fabrieken.

Slide 27 - Quiz

Zelf aan de slag
Paragraaf 5.5 Fabrikanten en politici zoeken het buiten Europa
HB blz. 134 t/m 138 en WB blz. 215 t/m 221

Maken opdracht 92, 94, 98, 99, 101, 102 t/m 107, 112 t/m 115, 117 en 119.

Slide 28 - Diapositive