Wanneer schrijf je een komma

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Wanneer schrijf je een komma

Wat is een komma?

1. .
2. ,
3. :
4. '

Wat doe je bij een komma?

1. Ga je harder praten.
2. Herhaal je de zin die ervoor staat.
3. Houd je even rust.
4. Klap je een keer in je handen.

Je schrijft een komma:

als je iemand aanspreekt.

Psst Barry, hoor je mij?

Koen, waarom speel jij buiten?

Waarom wek je me, Koen?

Typ de zin over. Zet de komma op de juiste plek.

Hallo politie er zit een slang in mijn wc!

Typ de zin over. Zet de komma op de juiste plek.

Beste leerlingen we gaan bijna vertrekken.

Bedenk zelf een zin waarin je iemand aanspreekt.
Zet de komma op de juiste plek.

Je schrijft een komma:

bij een opsomming. 

(maar niet bij  en / of)

In de klas zitten Elin, Noor, Jesper en Finn.

Ik lust graag spaghetti, patat en lasagne.

Typ de zin over. Zet de komma op de juiste plek.

Is dat een egel een kat of de wind?

Typ de zin over. Zet de komma op de juiste plek.

De dief heeft bruin haar blauwe ogen en een wit shirt aan.

Bedenk zelf een zin met een opsomming.
Zet de komma op de juiste plek.

Je schrijft een komma:

tussen 2 persoonsvormen.

Als Tim komt, kunnen we weg.

 

Hoe hij heet heb ik niet gevraagd.

Achter welk woord hoort een komma?

1. hij
2. heet
3. heb
4. ik

Als je me helpt ga ik mee.

Achter welk woord hoort een komma?

1. me
2. ga
3. helpt
4. mee