Jezelf voorstellen in het Nederlands

Jezelf voorstellen in het Nederlands
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Jezelf voorstellen in het Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je jezelf voorstellen in het Nederlands en begrijp je basisbegrippen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over jezelf voorstellen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippenlijst
1. Naam                   - je voornaam en achternaam 
2. Leeftijd              - hoe oud je bent    > [.... jaar]
3. Nationaliteit    - het land waar je vandaan komt 
4. Hobby                - wat je graag doet    >[voetballen, gamen,...]
5. Familie               - je gezin   >[moeder-vader-broer-zus-....]
6. Woonplaats     - waar je woont 
7. Talen                    - welke talen je spreekt

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz - Sleepvragen
Sleep de juiste woorden naar de bijbehorende begrippen:
1. Naam
2. Leeftijd
3. Nationaliteit
4. Beroep 5. Hobby
6. Familie
7. Woonplaats
8. Talen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldzin
Ik ben [naam] en ik kom uit [woonplaats].

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening - Jezelf voorstellen
Oefen met je klasgenoot.
Gebruik de woorden uit de woordenlijst. 
Gebruik de voorbeeldzinnen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luisteroefening
Luister naar de audio-opname en beantwoord de volgende vragen: 
1. Wat is de naam van de persoon? 
2. Waar komt hij/zij vandaan? 
3. Wat is zijn/haar hobby?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitspraak
Oefen de uitspraak van de begrippen door ze na te zeggen met de juiste intonatie.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
Jezelf voorstellen in het Nederlands gaat over het delen van basisinformatie zoals je naam, leeftijd, nationaliteit, beroep, hobby, familie, woonplaats en talen die je spreekt.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.