4.4 De opkomst van het Christendom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

4.4: De opkomst van het christendom

Herhaling lesdoelen 4.3

...  hoe multicultureel de Romeinse samenleving was.

... hoe Romeinen met hun eigen en andere godsdiensten omgingen.

...hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond en werd verspreid.

....hoe de Romeinse rechtspraak werkte.

Aan het einde van deze les:

... heb je geleerd hoe het christendom ontstond.

... weet je waarom het christendom verboden werd in het Romeinse Rijk.

... weet hoe het kwam dat het christendom wel toegestaan werd.

... kun je uitleggen hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.

Het ontstaan van het christendom:

• 63 v.Chr. Romeinen veroveren Judea (Palestina)
• Hier wonen Joden, zij geloven in één god en niet zoals de Romeinen in meerdere goden.

Opstanden onder de Joden:

oorzaken: 

• Judea wordt een provincie en de joden moeten hoge belastingen betalen.
• Joden worden beledigd.
• de tempel wordt verwoest.

Opstanden onder de Joden:

gevolgen:

• Joden worden vermoord, weggejaagd of als slaaf afgevoerd.
• Groepen Joden werden verspreid.
• Joden bouwden overal synagogen.

Het begin van het christendom

• Rond 30 n.C. trok Jezus van Nazareth als joodse prediker door Judea 

• Volgens de Romeinen was Jezus een opstandeling en kruisigden hem

• De volgelingen van Jezus geloofden dat hij was gestorven om mensen te verlossen van hun zonden

Steeds meer Christenen

 

• Snel verspreid door Pax Romana
• Christelijke predikers reisden door het Romeinse Rijk
• Aantrekkingskracht van het geloof  voor armen (gelijkheid in de hemel)
• Mensen moesten zorgen voor de zieken en de zwakken

Christendom verboden

• Christelijke predikers reisden door het Rijk om mensen te bekeren > snelle groei Christendom
• Christenen weigeren de Romeinse goden en de keizer te vereren. 
• Het gaat slecht met het Rijk rond de 3e eeuw n.C. , hier krijgen de Christenen de schuld van.

Keizer Constantijn

• droom
• doop
• 313 n.C. godsdienstvrijheid

Staatsgodsdienst:

380 n.C. : Keizer Theodosius I maakte van het Christendom de Romeinse staatsgodsdienst.

392 n.C. : Alle andere godsdiensten werden verboden, met uitzondering van het ...........

één christelijke organisatie

- bisschop is de leider van een kerkprovincie.

- paus is de leider van de rooms-katholieke kerk.

- Tempels en basilieken werden gebruikt als kerk, later werden nieuwe kerken gebouwd

welk woord weg?

- Instructie

- werken in groepjes

Opdrachten

- Maak de opdrachten van paragraaf 4.4

- Klaar? Lees paragraaf 4.5