Ademhaling bij dieren

Ademhalingsstelsel
les over de ademhaling bij dieren
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Ademhalingsstelsel
les over de ademhaling bij dieren

Slide 1 - Diapositive


Alle dieren doen aan gaswisseling 

Slide 2 - Diapositive

Dieren
Alle dieren ademen zuurstof in en ademen lucht uit

Slide 3 - Diapositive

ademhalingsstelsel
Insect zijn ademhalingsstelsel heet tracheeën
Vissen halen adem via de kieuwen

Slide 4 - Diapositive

Tracheeën
Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam. 
Deze openingen noemen we stigma's.

Slide 5 - Diapositive

Tracheeën


- Insecten halen de zuurstof uit de lucht
- Larven die in het water leven hebben een soort van snorkel die boven het water uitsteekt.
- De mond wordt alleen gebruikt om mee te eten

Slide 6 - Diapositive

Kieuwen

Slide 7 - Diapositive

Kieuwen



Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen

Slide 8 - Diapositive

Hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
Long
B
Trachee
C
Kieuw
D
Maag

Slide 9 - Quiz

Hoe halen vissen adem?
A
Met tracheeën
B
Met longen
C
Met kieuwen
D
Ze halen geen adem

Slide 10 - Quiz

Eencelligen

Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan (diffusie).


Het oppervlak is groot genoeg en het celmembraan is 1 cellaag dik

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Tegenstroomprincipe
Het bloed in de kieuwen stroomt tegengesteld aan de waterstroom. Hierdoor vindt meer diffusie plaats, omdat de concentratie steeds zo groot mogelijk blijft.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

De ademhaling bij vogels
Bovenzijde van de snavel bevat 2 neusopeningen --> deze eindigt in de neuskamer. Hierin wordt de lucht verwarmd, vochtig gemaakt en hierin ligt het reukzintuig.

Slide 15 - Diapositive

Met welk onderdeel van het ademhalingsstelsel van de mens, is de neuskamer van de vogel te vergelijken

Slide 16 - Question ouverte

Neuskamer - keelholte - longen

In de longen bevinden zich geen longblaasjes. 

Buiten de longen bevinden zich luchtzakken.

Lucht stroomt van de voorste 

luchtzak via de longen naar
de achterste luchtzak. 
Gaswisseling vindt hierdoor
sneller plaats.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf. Waarom maakt hij deze bewegingen?
A
Om dat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen

Slide 20 - Quiz

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Een pad heeft longen. Via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats?
A
Via de mond
B
Via de staart
C
Via de huid
D
Via de ogen

Slide 23 - Quiz

Einde

Slide 24 - Diapositive