1.6 Ademhaling bij dieren

1.6

Ademhaling bij dieren


1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1.6

Ademhaling bij dieren


Slide 1 - Diapositive

Doelstelling
1.8.11 Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.
alle organismen doen aan gaswisseling: ze ademen zuurstof in en koolstofdioxide uit 

Slide 2 - Diapositive

Eencelligen

Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan (diffusie).


Het oppervlak is groot genoeg en het celmembraan is 1 cellaag dik

Slide 3 - Diapositive

Insecten
  • Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
  • Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
  • Deze openingen noemen we stigma's.

Slide 4 - Diapositive

Tracheeën
  • Insecten halen de zuurstof                                                                   uit de lucht
  • Larven die in het water leven                                                    hebben een soort van snorkel die boven het water uitsteekt.
  • De mond wordt alleen gebruikt om mee te eten

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De ademhaling bij vogels
Bovenzijde van de snavel bevat 2 neusopeningen --> deze eindigt in de neuskamer. Hierin wordt de lucht verwarmd, vochtig gemaakt en hierin ligt het reukzintuig.

De lucht gaat  door de luchtpijp naar de achterste luchtzak --> long--> voorste luchtzak 
Uitademen: achterste luchtzak --> longen; voorste luchtzak naar buiten

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Neuskamer --> keelholte --> longen


In de longen bevinden zich geen longblaasjes. Buiten de longen bevinden zich luchtzakken.

Lucht stroomt van de voorste luchtzak via de longen naar de achterste luchtzak. Gaswisseling vindt hierdoor sneller plaats

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Kieuwen

Slide 11 - Diapositive

Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen

Slide 12 - Diapositive

Tegenstroomprincipe
Het bloed in de kieuwen stroomt tegengesteld aan de waterstroom. Hierdoor vindt meer diffusie plaats, omdat de concentratie steeds zo groot mogelijk blijft.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Rode bloedcellen geven ? af.
Rode bloedcellen nemen  ? op.
Dit noemen we ? in de long.
Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle ? vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de ?.
Zuurstof
Longen
Koolstofdioxide
Lichaamsdelen
Gaswisseling

Slide 15 - Question de remorquage

Met welk onderdeel van het ademhalingsstelsel van de mens, is de neuskamer van de vogel te vergelijken

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag

Slide 18 - Quiz

hoe halen vissen adem
A
met tracheeën
B
met longen
C
met kieuwen
D
ze halen geen adem

Slide 19 - Quiz

Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Om dat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen

Slide 21 - Quiz

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen(dolfijnsoort).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Een pad heeft longen, via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats.
A
Via de mond
B
Via de staart
C
Via de huid
D
Via de ogen

Slide 24 - Quiz

Aan het werk
Lezen bs 1.6 
Maken bs 1.6 (1 t/m 3 en 5 t/m 9)

Slide 25 - Diapositive