Toets Hoofdstuk 1 Jagers en boeren

Toets H1 Jagers & boeren
1Mk1  28 oktober 2020
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Toets H1 Jagers & boeren
1Mk1  28 oktober 2020

Slide 1 - Diapositive

Jagers en 
verzamelaars
Boeren

Slide 2 - Question de remorquage

Om welke reden was het land langs de Nijl heel geschikt voor landbouw?
A
Door klimaatverandering werd het land vruchtbaar
B
Zand is een goede bodem voor landbouw
C
Doordat de Nijl elk jaar overstroomde en slib achterliet

Slide 3 - Quiz

Begrip:
Via kanalen, slootjes en dijken werden de akkers bevloeid.

Welk begrip is hier omschreven?

Slide 4 - Question ouverte

Priesters hadden meer macht dan de Farao.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Alle Egyptenaren kregen een piramide als graf.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Hoe heet het schrift van de Egyptenaren?
A
Latijn
B
Hiërogliefen
C
Hiërodieven
D
Spijkerschrift

Slide 7 - Quiz

Wat was het bestaansmiddelen van de eerste mensen?
A
Handelen
B
Jagen en verzamelen
C
Akkerbouw
D
Veeteelt

Slide 8 - Quiz

Taakverdeling bij jagers en verzamelaars.
Wat deden de mannen?
A
Jagen op dieren
B
Verzamelen van bessen
C
Vuur aanhouden

Slide 9 - Quiz

Het gebruiken van geschreven bronnen is het begin van de:
A
Prehistorie
B
Historie

Slide 10 - Quiz

Bij welk soort samenleving hoort dit plaatje?
A
Jagers en verzamelaars
B
De eerste boeren

Slide 11 - Quiz

Een goede oogst bracht voordelen voor de eerste boeren.
Welk voordeel was dit?
A
Verschillende soorten voedsel
B
Genoeg voedsel
C
Minder kans op ziekte
D
In éen woning met de dieren kunnen wonen

Slide 12 - Quiz

De overgang van jagen-verzamelen had grote gevolgen, ook in Egypte.

Welke gevolg laat het stukje tekst hiernaast zien?
Bron: Geschiedenis van de eerste dorpen en steden.

In sommige steden woonden wel tienduizenden mensen. Naast de boeren waren er nu ook ambtenaren, priesters, militairen, kooplieden en ambachtslieden. Er ontstonden daardoor (..) Er ontstond een bestuur dat voor de waterhuishouding zorgde, voor de voedselvoorziening en voor de verdediging
A
De bevolking groeit
B
Ontstaan sociale verschillen
C
Kans op ziektes neemt toe
D
Mensen gaan in dorpen wonen

Slide 13 - Quiz

Welke 2 taken had de farao?

Slide 14 - Question ouverte

Wie mochten in de tempel komen?
A
Alleen de farao
B
Alleen de priesters
C
De farao, de priesters en iedereen die dat wou
D
De farao en de priesters

Slide 15 - Quiz

Wat zie je?
A
driehoek
B
zandkasteel
C
piramide
D
farao

Slide 16 - Quiz

Wat is een piramide?
A
Een graf
B
Een huiskamer
C
Een prehistorische schuur
D
Een plek om schatten te bewaren

Slide 17 - Quiz

Waren Egyptenaren
jagers en verzamelaars of boeren?
A
Jagers en verzamelaars
B
Boeren

Slide 18 - Quiz

Het eerste tijdvak is de tijd van
A
Jagers en boeren
B
Jagers-verzamelaars
C
Jagers en dieren
D
Jagers en landbouwers

Slide 19 - Quiz

Jagers en verzamelaars wonen
A
Op dezelfde plek
B
Verhuizen regelmatig

Slide 20 - Quiz

In welke samenleving was er meer ongelijkheid? Jagers en verzamelaars of de boeren?
A
Jagers en verzamelaars
B
Boeren

Slide 21 - Quiz

Jagers en verzamelaars hadden geen vaste woonplaats.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Welk begrip hoort bij de tijd van jagers en verzamelaars ?
A
schriftelijke bron
B
prehistorie
C
dinosaurussen
D
koning

Slide 23 - Quiz

Bij jagers-verzamelaars waren er veel rijke en arme mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Hoe wordt de periode van
jagers en verzamelaars ook wel genoemd?
A
Middeleeuwen
B
Moderne Tijd
C
Oudheid
D
Prehistorie

Slide 25 - Quiz

Wat is géén overblijfsel van jagers-verzamelaars?
A
Een vuistbijl van vuursteen
B
Een werpspeer
C
Glaswerk
D
Pijl en boog

Slide 26 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
1
2
3
Jagers en verzamelaars
Landbouw ontstaat
De eerste farao bestuurt Egypte.

Slide 27 - Question de remorquage

Versleep de zinnen naar het juiste vakje.
Goed
Niet goed
Landbouw bestaat uit akkerbouw en landbouw.
De jagers-verzamelaars hadden een duidelijke taakverdeling.
De eerste moderne mens noemen we Homo Neanderthalensis.

Slide 28 - Question de remorquage

Wat betekent de prehistorie?
A
De tijd dat mensen leerden lezen en schrijven.
B
De tijd dat mensen nog niet konden lezen en schrijven.
C
De tijd dat mensen gereedschappen maakten van steen.
D
De tijd dat mensen leefden van de landbouw.

Slide 29 - Quiz

We weten welke taal de mensen in de prehistorie spraken.
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quiz

Bronnen uit de prehistorie zijn alleen ongeschreven bronnen
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz


De prehistorie is:
A
de periode voor het begin van onze jaartelling.
B
de periode voor er mensen leefden.
C
de periode voor de uitvinding van het schrift.
D
de periode na de uitvinding van het schrift.

Slide 32 - Quiz

De eerste dorpen ontstaan
A
Jagers
B
Boeren

Slide 33 - Quiz

Veeteelt en akkerbouw hoort bij:
A
Jagers
B
Boeren

Slide 34 - Quiz

Welk begrip past bij de bron?
A
Nijverheid
B
Overstromingstijd
C
Natuurgodsdienst
D
Irrigatielandbouw

Slide 35 - Quiz