Les 4 März

4. März
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4. März

Slide 1 - Diapositive

Zielen:

- We kennen 4 of meer zinnetjes van:  Deutsch in der Klasse!!!
- We kennen de Sprachmittel van Kapitel 4
- We kennen de woorden van Kapitel 4.
- We kennen al een aantal woord die met Essen te maken hebben. 



Slide 2 - Diapositive

Deutsch in der Klasse
- Ik weet niet wat ik bij deze oefening moet doen. 
- Mag ik het raam dicht maken? 
- ik heb mijn huiswerk niet gemaakt. 
- Ik ben mijn boek vergeten.
- Hoe schrijf je dat?
- Wanneer krijgen wij de cijfers?

                                                                                        

Slide 3 - Diapositive

Sprechen
- Wat is jouw lievelingsdier?
- Mijn lievelingsdier is een kat.
- Heb jij een huisdier?
- Ja, ik heb een konijn.
- Kun je jouw huisdier beschrijven?
- Mijn cavia is lief.
- De wolf heeft een zachte vacht.
- De koe heeft bruine vlekken. 

Slide 4 - Diapositive

Kennen wir die Wörter?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

ESSEN
Log in:

Slide 7 - Diapositive

Ich bin schon in einem deutschen Supermarkt gewesen.
A
ja
B
nein

Slide 8 - Quiz

Ich habe schon in einem Restaurant in Deutschland gegessen.
A
ja
B
nein

Slide 9 - Quiz

Welche Wörter
kennt ihr schon?

Slide 10 - Carte mentale

die Suppe
die Cola
das Brot
das Gemüse

Slide 11 - Question de remorquage

Typisch deutsche Gerichte

Slide 12 - Diapositive

Currywurst
Weißwurst
Brezel
Sauerkraut
Kartoffelpuffer

Slide 13 - Question de remorquage

0

Slide 14 - Vidéo

Wat betekent "das Frühstück"?

Slide 15 - Question ouverte

Was ist: de Lunch, auf Deutsch?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is "het Diner" in het Duits

Slide 17 - Question ouverte

Die Deutschen essen Brot zum Mittagessen.
A
Ja
B
Nein

Slide 18 - Quiz

Welche deutsche Wörter hast du jetzt gelernt?

Slide 19 - Carte mentale

Hausaufgaben für Donnerstag
Hausaufgaben:  7 März
Maken: nr 4, 5, 6, 7, 8 ( blz 140-142) woorden staan op blz 168
Bij nr 5 ( welk woord hoort er niet bij )
Bij nr 8 ( woorden tussen haakjes vertalen )
Hausaufgaben 11 März
Toets: 
Leren blz 132/133 ( woorden D-N, N-D + werkwoord in TT +
voltooid deelwoord )





Slide 20 - Diapositive