krantenproject week 11 betoog

Krantenproject week 11
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Krantenproject week 11

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Theorie + opdrachten paragraaf 3.6 Les 1
- Tweede redactievergaderingen: Les 2 +3
   * herschrijven uiteenzetting * start schrijven nieuwsbericht
- Eind van de week: 2e versie uiteenzetting af + 1e versie nieuwsbericht af Hoofd groepje zet dit in It’s Learning, docent geeft feedback op het nieuwsbericht a.d.h.v. het beoordelingsmodel


Slide 2 - Diapositive

3.6 betoog

Slide 3 - Diapositive

  • De schrijver geeft zijn mening
  • Tekstdoel is overtuigen
  • Argumenten ondersteunen een mening
  • Subjectieve en objectieve argumenten
  • Titel bevat vaak al een mening
  • Aanleiding van een betoog is een stelling

Kenmerken van een betoog

Slide 4 - Diapositive

Indeling betoog
Inleiding
Goede beginzin
Stelling verwerkt en korte mening
2e alinea
Onderbouwd argument 
3e alinea
Onderbouwd argument
4e alinea
Tegenargument en weerlegging 
Slot
Samenvatten argumenten en conclusie

Slide 5 - Diapositive

Zelf een stelling maken
  • Je moet er over van mening kunnen verschillen
  • Bevat geen ontkenning (positief geformuleerd)
  • Zo kort als mogelijk (15 woorden)
  • Bevat geen argument

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Mobieltjes tijdens het eten leiden af; het is niet gezellig, je moet ze wegleggen bij het eten!
A
je moet ze wegleggen IS HET ARGUMENT
B
mobieltjes leiden af; is niet gezellig IS HET ARGUMENT

Slide 9 - Quiz

Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden, leerlingen kunnen er niks nuttigs mee doen.
A
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden,=argument
B
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden,= standpunt

Slide 10 - Quiz

Ik hou van New York,
het is groot en er zijn veel wolkenkrabbers.
(feitenlijk argument)

Slide 11 - Diapositive

Ik hou van New York, deze stad is zo chill, relaxed en romantisch! (waarderend argument)

Slide 12 - Diapositive

Ik ga niet mee naar Parijs, want Parijs is groot en dichtbevolkt.
A
want Parijs is groot en dichtbevolkt= feitelijk argument
B
want Parijs is groot en dichtbevolkt=waarderend

Slide 13 - Quiz

Ik ga graag mee naar Parijs, want in Parijs heb je de mooiste musea!
A
want in Parijs heb je de mooiste musea!=waarderend argument
B
want in Parijs heb je de mooiste musea!=feitelijk argument

Slide 14 - Quiz

  • Tekstdoel van een betoog is overtuigen.
  • Je schrijft een betoog naar aanleiding van een stelling.
  • Over een stelling kun je van mening verschillen.   
  • Om je mening duidelijk te maken, gebruik je argumenten   of redenen.
  • Bij elk argument geef je voorbeelden.
Samengevat

Slide 15 - Diapositive