Thema 4 Ordening B4 Het rijk van de planten

Het rijk van de planten
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het rijk van de planten

Slide 1 - Diapositive

4

Slide 2 - Vidéo

01:10
SPORENPLANTEN

Slide 3 - Diapositive

01:25
WIEREN

Slide 4 - Diapositive

01:43
ZAADPLANTEN

Slide 5 - Diapositive

02:00
Schimmels

Slide 6 - Diapositive

Aan het einde van de les kun jij
Het plantenrijk indelen in 3 stammen. Van elke stam ga je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.

Slide 7 - Diapositive

Bij welk domein horen de planten?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 8 - Quiz

Plantencel
Plant 

Slide 9 - Diapositive

Het rijk der planten
Planten
Wieren (algen)
Sporenplanten
Zaadplanten
Eencellige wieren
Meercellige wieren
Mossen
Varens
Rijk
Stam
Klasse

Slide 10 - Diapositive

wieren/algen
leven vooral in water 

hebben bladgroenkorrels
geen wortel, geen stengel, geen bladeren, geen bloemen

Kunnen eencellig of meercellig zijn

Slide 11 - Diapositive

wieren/algen
  • Bovenste: boomalgen (eencellig)

  • Onderste: blaaswier
    (veelcellig)

Slide 12 - Diapositive

Stam: Sporenplanten
Mossen:
Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar. 
Varens:
Varens herken je aan hun grote bladeren. 
De bladrand is vaak ingesneden. 
Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.
Paardenstaarten: Holle stengels, kleine blaadjes

Slide 13 - Diapositive

Sporenplanten
  • Wel wortels, stengels en bladeren
  • Geen bloemen

  • Voortplanting: sporen
  • 3 klassen: mossen, varens en
     paardenstaarten

Slide 14 - Diapositive

Mossen

Voortplanting:

Mosplantjes vormen sporendoosjes die 
(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 
dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 15 - Diapositive

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 16 - Diapositive

Paardenstaarten
 Ze hebben holle stengels en kleine bladeren
 Sporen groeien in sporenvormende organen aan het uiteinde van de stengel.

Slide 17 - Diapositive

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 18 - Diapositive

De stam van de zaadplanten
-
Voorbeelden van zaadplanten

Slide 19 - Diapositive

Waar kun je naaktzadigen aan herkennen?
A
De zaden zitten in vruchten.
B
De zaden zitten in kegels.
C
De zaden zitten in doosjes.

Slide 20 - Quiz

Naaktzadigen zijn meestal naaldbomen zoals, dennen en sparren.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Een kiwi is een vrucht. Van welke soort plant?
A
Een naaktzadige plant
B
Een sporenplant
C
Een bedektzadige plant

Slide 22 - Quiz

zaadplanten
sporenplanten
algen
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.




niet leren :)

Slide 23 - Question de remorquage


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 24 - Quiz


Behoort tot de
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
varens
D
schimmels

Slide 25 - Quiz

Huiswerk:
Lezen: Basisstof 4 van Thema 4 (blz. 126 t/m 128)
Maken: Learnbeat 4.4

Slide 26 - Diapositive