1HV Thema 4 Ordening B4 Het rijk van de planten

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Het rijk van de planten

Aan het einde van de les kun jij

Het plantenrijk indelen in 3 stammen. van elke stam moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.

Bij welk domein horen de planten?

1. Eukaryoten
2. Prokaryoten

Plantencel

Plant 

Ordening Plantenrijk

We verdelen het rijk der planten in 3 afdelingen:

• Wieren
  
• Sporenplanten
  
• Zaadplanten

Het rijk der planten

Planten

Wieren (algen)

Sporenplanten

Zaadplanten

Eencellige wieren

Meercellige wieren

Mossen

Varens

Rijk

Stam

Klasse

wieren/algen

leven vooral in water 

hebben bladgroenkorrels

geen wortel, geen stengel, geen bladeren, geen bloemen

Kunnen eencellig of meercellig zijn

• Bovenste: boomalgen (eencellig)

• Onderste: blaaswier
  (veelcellig)

Stam: Sporenplanten

Mossen:

Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.

Geen echte wortels geen vaatbundels. 

Varens:

Varens herken je aan hun grote bladeren. 

De bladrand is vaak ingesneden. 

Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.

Ze hebben wortels en vaatbundels

Paardenstaarten: Holle stengels, kleine blaadjes

Sporenplanten

• Wel wortels, stengels en bladeren
• Geen bloemen

• Voortplanting: sporen
• 3 klassen: mossen, varens en
   paardenstaarten

Mossen

Voortplanting:

Mosplantjes vormen sporendoosjes die 

(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 

dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Varens

Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Mannetjesvaren

Paardenstaarten

 Ze hebben holle stengels en kleine bladeren

 Sporen groeien in sporenvormende organen aan het uiteinde van de stengel.

Stam: Zaadplanten

Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.

Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

De stam van de zaadplanten

-

Voorbeelden van zaadplanten

Waar kun je naaktzadigen aan herkennen?

1. De zaden zitten in vruchten.
2. De zaden zitten in kegels.
3. De zaden zitten in doosjes.

Hoe planten wieren zich voort?

1. Door deling
2. Door sporen
3. Door zaden

Naaktzadigen zijn meestal naaldbomen zoals, dennen en sparren.

1. juist
2. onjuist

Een kiwi is een vrucht. Van welke soort plant?

1. Een naaktzadige plant
2. Een sporenplant
3. Een bedektzadige plant

zaadplanten

sporenplanten

algen

Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.

niet leren :)

Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:

1. wortels
2. stengels
3. bladeren
4. bloemen

Behoort tot de

1. zaadplanten
2. sporenplanten
3. varens
4. schimmels

Huiswerk:

Lezen: Basisstof 4 van Thema 4 (blz. 126 t/m 128)

Maken: Opdrachten 16 t/m 19
Opdracht 18 kan je niet doen (practicum) maar wel kan je de video's in de opdracht bekijken.

Lees alvast voor de volgende les Basisstof 5 van Thema 4 door (blz. 129 t/m 134)

01:10

SPORENPLANTEN

01:25

WIEREN

01:43

ZAADPLANTEN

02:00

Schimmels