W6 : Herhalingsles COTP (idividueel verwerken) '24-'25

W6 : COTP : Herhalingsles
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
Historisch bewustzijnSecundair onderwijs

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

W6 : COTP : Herhalingsles

Slide 1 - Diapositive

De historische periodes

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Zet de historische periodes in de juiste volgorde.
prehistorie
Oude nabije oosten
klassieke oudheid
middeleeuwen
vroeg-moderne tijd
moderne tijd
heden-daagse tijd

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Welk domein heeft te maken met afspraken, regels, wetten, bestuur van een land?
A
economisch
B
cultureel
C
sociaal
D
politiek

Slide 6 - Quiz

Welk domein heeft te maken met communicatie, godsdienst, kunst, geloof, wetenschap?
A
economisch
B
cultureel
C
sociaal
D
politiek

Slide 7 - Quiz

Welk domein heeft te maken met de verhouding tussen mensen, opvoeding, rollenpatronen?
A
economisch
B
cultureel
C
sociaal
D
politiek

Slide 8 - Quiz

Welk domein heeft te maken met werk, voedsel, kleding, woning, handel, transport?
A
economie
B
sociaal
C
cultuur
D
politiek

Slide 9 - Quiz

Bij welk maatschappelijk domein plaatsen we deze foto?
A
cultureel
B
economisch
C
politiek
D
sociaal

Slide 10 - Quiz

Bij welk maatschappelijk domein plaatsen we deze foto?
A
cultureel
B
economisch
C
politiek
D
sociaal

Slide 11 - Quiz

Bij welk maatschappelijk domein plaatsen we deze foto?
A
cultureel
B
economisch
C
politiek
D
sociaal

Slide 12 - Quiz

Oorlog in Oekraïne oorzaak van grondstoffen-tekort
Wisselwerking tussen domeinen: sleepoefening
Economische crisis vergroot kloof tussen arm en rijk
Toneelhuis behoudt Vlaamse subsidies
Documentaire over Vlaamse natuur levert miljoenen winst op
politiek-economisch
economisch-sociaal
cultureel-economisch
cultureel-politiek

Slide 13 - Question de remorquage

feit en mening

Slide 14 - Diapositive

Wiskunde is het leukste vak op LAB.
Is dit een feit of een mening?
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quiz

Woensdag 28 februari organiseren we onze tentoonstelling over de geschiedenis van het spelen.
Is dit een feit of een mening?
A
feit
B
mening

Slide 16 - Quiz

Soorten historische bronnen
  • Geschreven bronnen

  • en 

  • ongeschreven bronnen 

Slide 17 - Diapositive

Soorten historische bronnen
  • Geschreven bronnen

  • en 

  • ongeschreven bronnen 

Slide 18 - Diapositive

Is dit een geschreven of een ongeschreven bron?

A
geschreven
B
ongeschreven

Slide 19 - Quiz

Is dit een geschreven of een ongeschreven bron?

A
geschreven
B
ongeschreven

Slide 20 - Quiz

Zijn de bronnen uit de prehistorie geschreven of ongeschreven?
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 21 - Quiz

Geschreven bronnen zijn altijd betrouwbaarder dan ongeschreven bronnen.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 22 - Quiz

Indeling van de ongeschreven bronnen.

MATERIËLE BRONNEN
(AUDIO)VISUELE BRONNEN
MONDELINGE BRONNEN

Slide 23 - Diapositive

Indeling van historische bronnen.

GESCHREVEN BRONNEN
MATERIËLE BRONNEN
(AUDIO)VISUELE BRONNEN
MONDELINGE BRONNEN

Slide 24 - Diapositive

materieel
geschreven
(audio)visueel
mondeling
Getuigenissen uit concentratiekampen

Slide 25 - Question de remorquage

Indeling van historische bronnen.
PRIMAIRE BRONNEN
SECUNDAIRE BRONNEN

Slide 26 - Diapositive

Primaire bron = een historische bron die afkomstig is uit DE PERIODE die wordt onderzocht.

Secundaire bron = een historische bron die informatie haalt uit EEN ANDERE BRON en later tot stand komt.

Slide 27 - Diapositive

primaire en secundaire bronnen
Primair 
 Ooggetuige 
 Uit de tijd zelf  

Secundair 
Via via 
 uit een andere tijd. 

Slide 28 - Diapositive

PRIMAIR
SECUNDAIR

Slide 29 - Question de remorquage

Secundaire bronnen
Primaire bronnen
Primaire bronnen komen uit de tijd die je bestudeert
Secundaire bronnen komen uit een latere periode

Slide 30 - Question de remorquage

Prehistorie
Historie
Geschreven bronnen
ongeschreven bronnen
Voorgeschiedenis
Geschiedenis
Tot 3500 v.C
Vanaf 3500 v.c

Slide 31 - Question de remorquage

In welke historische periode situeren we het oude Egypte?
A
PREHISTORIE
B
OUDE NABIJE OOSTEN
C
KLASSIEKE OUDHEID
D
MIDDELEEUWEN

Slide 32 - Quiz

Sleep de punaise naar de plek waar Egypte ligt:

Slide 33 - Question de remorquage

Welke belangrijke rivier stroomt er door Egypte?
A
Schelde
B
Nijl
C
Amazone
D
Donau

Slide 34 - Quiz

Egypte : politiek

Slide 35 - Diapositive

Wie was de baas in het oude Egypte?
A
een keizer
B
een president
C
een farao
D
een paus

Slide 36 - Quiz

België
Oude Egypte
Beschrijf de verschillen tussen de macht van de farao in het oude Egypte en de macht van onze koning vandaag door de woorden naar de juiste kolom te slepen.
regering
alleenheerschappij (regeert alleen)
levende god 
democratie
koning heeft niet veel macht
farao

Slide 37 - Question de remorquage

Slide 38 - Diapositive

Welke uitspraak is juist?
A
Toetanchamon heeft heel lang geregeerd.
B
Toetanchamon was slechts 9 jaar oud toen hij farao werd.
C
Het graf van Toetanchamon is ontdekt in 1322 .

Slide 39 - Quiz

In welk jaar wordt het graf van Toetanchamon ontdekt?
A
1905
B
1922
C
22 VC
D
1222

Slide 40 - Quiz

Egypte : sociaal

Slide 41 - Diapositive

Gelaagde samenleving:
  1. Een gelaagde samenleving is een samenleving die bestaat uit lagen waarin de bevolking verdeeld is: de lagen verschillen van elkaar in aanzien, macht en rijkdom.
  2. Farao, priesters (ministers), soldaten,
    ambachtslieden, handelaren, boeren en 
    slaven.

Slide 42 - Diapositive

Sleep de beroepen naar de juiste plek/ laag in de piramide:
ambachtsman
ambtenaar
slaaf
priester
farao
boer

Slide 43 - Question de remorquage

Egypte : cultureel

Slide 44 - Diapositive

In de aflevering zijn enkele Egyptische goden genoemd
Sleep de namen van de goden naar de juiste afbeelding:






















Isis
Godin van de vruchtbaarheid
De God van het dodenrijk
Godin die het hart op de weegschaal weegt
God van de zon.

Slide 45 - Question de remorquage

Egypte : economie

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Plaats de juiste periode bij de juiste tijd!

half juli - oktober

november - maart

april - half juli

Slide 48 - Question de remorquage