14-11-2024

14-11-2024
veertien november tweeduizendvierentwintig
donderdag
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 240 min

Éléments de cette leçon

14-11-2024
veertien november tweeduizendvierentwintig
donderdag

Slide 1 - Diapositive

rooster
inloop
1e
Nederlands - doelen bespreken. Vertellen over je familie en je vrienden
2e
Rekenen - potlood en gum mee
3e
Nederlands - Taal Compleet - verder waar je bent gebleven.
Spreekvaardigheidstoets: Fallah & Sofia
4e
Nederlands - werkwoorden. De meest voorkomende werkwoorden in tegenwoordige, verleden en voltooide tijd
5e
Nederlands - Lezen + informatie zoeken op het Internet
6e
Nederlands - woordkennis, afronden + opruimen.
corvee: Fallah & Issa

Slide 2 - Diapositive

doelen van de week
2
Ik kan vertellen over mijn familie
2
Ik kan een beschrijving geven van een persoon
2
Ik kan het nieuws over sport begrijpen
2
Ik ken en kan de cijfers in het Nederlands
2
Ik kan spellen in het Nederlands
2
Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands
2
Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
2
Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
2
Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
2
Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 3 - Diapositive

Spreken
vertellen over vrienden en familie

Slide 4 - Diapositive

opdracht
- kies 1 van je familieleden of vrienden uit
- schrijf in je schrift 5 uiterlijke kenmerken van deze persoon
- schrijf in je schrift waarom je deze persoon leuk/ niet leuk vindt
- bereid je voor om over deze persoon te vertellen
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

opdracht Spreken
vertel over jouw persoon

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Taal Compleet
- ga verder waar je gebleven bent
timer
3:00

Slide 8 - Diapositive

werkwoorden
25 meest gebruikte werkwoorden in de Nederlandse taal

Slide 9 - Diapositive

schrijf ze in je schrift
ZIJN                                 HEBBEN                                WORDEN
ZULLEN                          GAAN                                     ZEGGEN
MAKEN                           DOEN                                     MOETEN
VRAGEN                         HELPEN                                LIJKEN
WILLEN                          DRINKEN                              ETEN
MOGEN                          ZIEN                                       ZOEKEN
VINDEN                         WONEN                                WETEN
GEVEN                           WERKEN                               DRAGEN
KOMEN

Slide 10 - Diapositive

Ik ........... gisteren naar huis.
A
ging
B
gaande
C
gaatte
D
gingen

Slide 11 - Quiz

Issa en Eyad ......... nu een broodje.
A
aten
B
eten
C
eeten
D
gegeten

Slide 12 - Quiz

Sofia en Yana ............. hun zus in het zwembad afgelopen zaterdag.
A
zochten
B
zoekten
C
zoekden
D
gezocht

Slide 13 - Quiz

Aziz .............. automonteur.
A
wort
B
wordt
C
word
D
woord

Slide 14 - Quiz

Nazalin en Linda .............. dat ze van K-pop houden, maar dat is niet zo.
A
zeiden
B
zeggen
C
zegden
D
zeidden

Slide 15 - Quiz

Simity ........ liever niet naar school vorige week.
A
wou
B
woude
C
wilde
D
wildde

Slide 16 - Quiz

Belal ........... een hele beker thee leeg en toen .......... hij misselijk.
A
drinkt - werd
B
drinkte - wordt
C
dronk - werdt
D
dronk - werd

Slide 17 - Quiz

Rosan ...... 2 katten en 1 hond.
A
heeft
B
had
C
hebt
D
gehad

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Lezen & informatie zoeken
doel:
Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken



Slide 21 - Diapositive

opdracht
1. Je logt in bij Microsoft 365 met je schoolaccount
2. Je gaat naar Word
3. Je begint een nieuw document
4. Je slaat dit document op met de naam van je presentatie

Slide 22 - Diapositive

opdracht
Je gaat met z'n tweeën een presentatie maken over een persoon.
Van Rosan krijg je het onderwerp. Je kan dus niet kiezen.
In de volgende dia zie je welke informatie in jouw presentatie moet staan.

Slide 23 - Diapositive

inhoud
  1. naam
  2. beschrijving van uiterlijk
  3. waarom beroemd?
  4. over jonge jaren
  5.  over volwassen leven
  6. minimaal 4 foto's
  7. je bronnen geven
Denk er aan dat je in je eigen Nederlands moet presenteren. Gebruik geen woorden die je zelf niet kent
timer
1:00:00

Slide 24 - Diapositive

Woordkennis
- we gaan even een korte Blooket doen om te kijken welke woorden je nog weet van deze week

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Reflecteren en leren

Slide 27 - Diapositive

doelen van de week
2
Ik kan vertellen over mijn familie
2
Ik kan een beschrijving geven van een persoon
2
Ik kan het nieuws over sport begrijpen
2
Ik ken en kan de cijfers in het Nederlands
2
Ik kan spellen in het Nederlands
2
Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands
2
Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
2
Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
2
Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
2
Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 28 - Diapositive

wat heb jij deze week gedaan om beter te leren lezen?

Slide 29 - Carte mentale

Waar ben je trots op deze week?

Slide 30 - Question ouverte

verjaardag
- een voor een je verjaardag op de kalender schrijven

Slide 31 - Diapositive

opruimen
- spullen in je postvak
- niets meer op de grond
- telefoonnummers aan Rosan geven
corvee: Issa en Fallah
(reserve Eyad & Oleksandr)

Slide 32 - Diapositive

rosan
06 45630397

Slide 33 - Diapositive