Les 17 oktober SHV2

Les 17 oktober 
  • Herhaling 1.1 t/m 1.3 Schrijven 
  • Theorie 2.1 Informatieve teksten+ 2.2 instructieve teksten
  • Zelfstandig werken aan het afmaken van de  schrijfopdrachten + opdrachten maken NU Nederlands
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 17 oktober 
  • Herhaling 1.1 t/m 1.3 Schrijven 
  • Theorie 2.1 Informatieve teksten+ 2.2 instructieve teksten
  • Zelfstandig werken aan het afmaken van de  schrijfopdrachten + opdrachten maken NU Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Fase 1 - voorbereiden
  1. Kies een onderwerp dat niet te breed en niet te beperkt is.
  2. Bedenk welk hoofddoel je wil bereiken (informeren, overtuigen, ...)
  3. Bepaal je publiek zo precies mogelijk (nodig voor soort taalgebruik)
  4. Kies de tekstsoort die past bij je doel en publiek (artikel, flyer, brief, ..)
  5. Maak een schrijfplan met de 5w+h-vragen

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de 5w+h-vragen?

Slide 5 - Question ouverte

5w+h-vragen
  • wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?
  • Zo kun je al een deel van de inhoud bedenken.

Slide 6 - Diapositive

Maak duidelijke alinea's
  • Gebruik voor elk deelonderwerp minstens één alinea. 
  • Begin een volgende alinea op een nieuwe regel. 
  • Zet bij voorkeur een witregel tussen elke alinea. ( 1 witregel is voldoende! )

Slide 7 - Diapositive

Hoe heet het als je een zin in eigen woorden omschrijft?

Slide 8 - Question ouverte

Wat zijn informatieve teksten?

Slide 9 - Diapositive

Welke informatieve teksten zijn er:

  • Nieuwsbericht
  •  Reportage
  • Achtergrondartikel
  • Brochure
  • Voorlichtingsfolder
  • Interview

Slide 10 - Diapositive

Welke kenmerken hebben informatieve teksten?


  • Bevat achtergrond informatie over bepaald onderwerp
  • Is objectief en bevat dus feiten geen mening.
  • Belangrijk dat lezer kan controleren waar de informatie vandaan komt (wat is de bron?).
  • Heeft vaak een vaste tekst structuur.

Slide 11 - Diapositive

Wat is nog meer belangrijk?
  • Maak een schrijfplan volgens de gekozen structuur. 
        NB: In Bijlage 2 op bladzijde 267 vind je een overzicht van   
        tekst structuren

  • Gebruik signaalwoorden om verbanden duidelijk te maken.

Slide 12 - Diapositive

2.2 Instructieve teksten
soorten instructies:
  • recept
  • spelregels
  • werkinstructie
  • veiligheidsinstructie

Slide 13 - Diapositive

2.2 Instructieve teksten

Slide 14 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Schrijfopdrachten afmaken---> tot 16:00 kan ik cijfers invoeren, hierna blijft de 1 staan voor periode 1. (Opdrachten staan in TEAMS)
  • Klaar met de schrijfopdrachten? ---> maak opdracht 1 en 2 van 2.1 + 1 t/m 4 van 2.2 Instructieve teksten. 

Slide 15 - Diapositive