B3A Vrijdag derde les

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Present Perfect

Present perfect

• Iets wat in het verleden begonnen is 
• en nu nog aan de gang is.

Present Perfect

Voltooid tegenwoordige tijd

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

• Om te zeggen dat iets in het verleden begon en nu nog bezig is
• Om te praten over ervaringen
• Om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en je nu het effect merkt.

Present perfect

Koppeling tussen verleden en nu.

Iets is in het verleden gebeurd en nu nog steeds bezig.

• Ik werk sinds een paar weken in Grootebroek.
• Ik zit altijd al op yoga.

Wanneer gebruikje de present perfect?

Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en wat nog aan de gang is:

• Sharon has broken her leg (now she can't walk)
• Jim has lost his keys ( now he can't open the door)
• Gwen has eaten too much (now she feels sick)
• Bill and Kate have been friends since 2011 (they are still friends)

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

Om te praten over ervaringen to  nu toe:

• I have never been too America.
• Have you ever been to America?
• I've never swum with dolphins.
• She has never run a marathon.

Alice has lived in Rome for two years.
Woont ze daar nog of woont ze nu ergens anders?

1. Ze woont daar nog
2. Ze woont nu ergens anders

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

• Bob has known John since they were 10.
• Mary has worked at the market for 5 years now.
• Bill and Kate have been friends since 2011.

Wanneer gebruik je de present perfect?

Om te praten over ervaringen to  nu toe:

• I have never been too America.
• Have you ever been to America?
• I've never swum with dolphins.
• She has never run a marathon.

Hoe maak je de present perfect?

Have / has + voltooid deelwoord

• I have lived here for ten years.
• She has known him since 2011.

                       Present perfect

        have / has + voltooid deelwoord

Wat is dan het voltooid deelwoord?

Er zijn 2 verschillende                   regelmatige werkwoorden 

                                                           

                                                      onregelmatige werkwoorden

1

2

Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden maak je door er -ed achter te zetten.

• walk - walked
• look - looked
• kiss - kissed

Let op! Als het werkwoord einidgt op een e zet je er alleen een D achter : dance > danced

           

             Regelmatige werkwoorden       

1

werkwoord + -ed

play - played

walk - walked

work - worked

want - wanted

Het voltooid deelwoord

Sommige werkwoorden zijn onregelmatig. Leer deze goed!

voorbeelden:

• I have known him for a year (know)
• She has swum across the channel (swim)
• Bob has eaten too much cake (eat)

           

             Onregelmatige werkwoorden

2

Het derde woord uit de rijtjes 

To do - did -            done

to fly - flew -           flown

to fight - fought -    fought

• I have been waiting for hours.

(Ik sta al uren te wachten.)

• I have been studying for two days, but I'm still not ready for the test.

(Ik ben al twee dagen aan het studeren maar ik ben nog steeds niet klaar voor de toets).

Gebruik

Hoewel er inhoudelijk soms weinig verschil is tussen de gewone voltooid tegenwoordige tijd en de ing-vorm, kun je met de duurvorm net even benadrukken dat jij vindt dat iets al lang aan de gang is:

• They have been repairing the roof for a whole hour, but it's still leaking!

(Ze zijn het dak een uur aan het repareren geweest, maar het lekt nog steeds!)

Vorm

Deze werkwoordstijd bestaat uit have been / has been + werkwoord + ing.

Vakterm

De Engelse vakterm voor deze tijd is "present perfect continuous".

I

You

He/She/It

We

You

They

have 

have

have 

have 

have 

has

Present perfect:
I ...... (read)

1. I read
2. I have read

Maak present perfect:
Peter ......... told a joke.

1. have
2. has

Maak present perfect:
I ..... eaten an apple.

1. have
2. has

Welke zin staat in de present perfect?

1. She has a cat.
2. She has had her cat for 9 years.

Welke zin staat in de present perfect?

1. I lived in Amsterdam.
2. I have lived in Amsterdam since I was 18.

Helen .............. ........................ here for 7 years.

1. have live
2. has lived
3. has live
4. have lived

You.......................(walk) to Germany

1. Has walked
2. Have walked
3. Has walk
4. Have to walk

0

      Zelfstandig werken:

• 5.1:

Opdracht: 6, 7, 9 & 10

• 5.2:

Opdracht 12, 13, 14, 15 & 19

• Klaar:

Woordtrainer

Grammaticatrainer

https:

Dit dus:

 Het is gebeurd (voltooid) en heeft ook nu nog invloed. Om de present perfect te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig: have / has + voltooid deelwoord.