Present Perfect

Present Perfect


Voltooid tegenwoordige tijd



1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Present Perfect


Voltooid tegenwoordige tijd



Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Na deze les kun je:
  • Zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is
  • Zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en je daar nu het resultaat van merkt
  • Praten over ervaringen in iemands leven tot nu toe

Slide 3 - Diapositive

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 4 - Diapositive

Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.

Slide 5 - Quiz

Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.

Slide 6 - Quiz

Welke zin staat in de present perfect?
A
I've never been to America.
B
I went to America last year.

Slide 7 - Quiz

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden maak je door er -ed achter te zetten.
walk - walked
look - looked
kiss - kissed

Slide 8 - Diapositive

Het voltooid deelwoord
Let op! Als het werkwoord einidgt op een e zet je er alleen een -d achter:
dance - danced


Slide 9 - Diapositive

Het voltooid deelwoord
Sommige werkwoorden zijn onregelmatig. Leer deze goed!
A few examples:
I have known him for a year (know)
She has swum across the channel (swim)
Bob has eaten too much cake (eat)

Slide 10 - Diapositive

Wanneer gebruik je de present perfect?


  • Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

Bob has known John since they were 10.
Mary has worked at the market for 5 years now.
Bill and Kate have been friends since 2011.



Slide 11 - Diapositive

Wanneer gebruikje de present perfect?
  • Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:
Sharon has broken her leg (now she can't walk)
Jim has lost his keys ( now he can't open the door)
Gwen has eaten too much (now she feels sick)






Slide 12 - Diapositive

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Om te praten over ervaringen to  nu toe:
I have never been too America.
Have you ever been to America?
I've never swum with dolphins.
She has never run a marathon.

Slide 13 - Diapositive

Zet de volgende zin in de present perfect:
Mary ______(live) in New York since 2005.

Slide 14 - Question ouverte

John _______(eat) too much, he has a stomach ache.

Slide 15 - Question ouverte

I _________(know) him all my life.

Slide 16 - Question ouverte

Ik snap het:
A
Helemaal
B
Helemaal niet
C
Een beetje
D
Bijna

Slide 17 - Quiz