Gespreksvaardigheid strategieën: Lass uns reden!

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lass uns reden!

Spreekvaardigheid

Lesdoel

• Heute lernt ihr Strategien falls ihr Probleme im Gespräch habt.
• Wir üben Gespräche führen.

Binnencirkel

Buitencirkel

De leerlingen staan nu tegenover elkaar. Laat ze nu blaadjes met elkaar wisselen. 

Ze gaan nu een gesprek voeren op basis van de informatie op hun blaadje. 

Binnencirkel buitencirkel

• Jullie gaan in 2 groepen werken en vormen 2 cirkels
• Binnencirkel = de groep die vragen gaat stellen
• Buitencirkel = de groep die de vragen beantwoord
• Stel een vraag aan je partner. Als de vraag is beantwoord draait de buitencirkel door.
• De binnencirkel stelt nu een andere vraag aan de volgende partner
• Na een paar minuten geeft de docent het sein dat de leerlingen nu wisselen van binnencirkel naar buitencirkel en andersom  

Strategien 1

Help! Ik weet niet hoe ik iets kan zeggen. Wat nu?

• Omschrijf het! -->beschrijven: hoe het eruit ziet of waar het voor (gemaakt) is
• Leg uit waar het op lijkt of bij welk soort het hoort
• Gebruik een synoniem

Strategien 2

Ich verstehe nur Bahnhof! Oftewel, ik begrijp mijn gesprekspartner niet. Wat nu?

• vraag om herhaling
• zeg dat je het niet begrijpt
• herhaal eerst even wat je gesprekspartner zei (zo heb je denktijd)

1. vraag om herhaling
2. zeg dat je het niet begrijpt
3. herhaal eerst even wat je gesprekspartner zei (zo heb je denktijd)

1. Kannst du/ Können Sie das wiederholen?
2. Ich verstehe es nicht.

Oefenen

Person beschreiben

Maak gebruik van de strategieën.

Lass uns reden!

• 4 bijvoeglijke naamwoorden die een mening aangeven (bijv. mooi, grappig)

Een fantasiepersoon

Schrijf op een los blaadje. Je mag een naam verzinnen maar hou je voor de rest aan wat je geleerd hebt. 

• een naam
• een leeftijd
• een nationaliteit
• een beroep

Geef het blaadje nu 

3 plaatsen naar voren door.

Schrijf op het blaadje 

dat nu voor je ligt:

• een sport
• een dier
• iets dat je kunt eten

Geef het blaadje nu 

3 plaatsen naar voren door.

Schrijf op het blaadje 

dat je hebt gekregen:

• 4 bijvoeglijke naamwoorden die een mening aangeven (bijv. mooi, grappig)

Voer een gesprek en gebruik daarvoor de gegevens op je blaadje

• elkaar begroeten
• voorstellen
• leeftijd vragen en zeggen
• vragen waar de ander woont
• vragen waar de ander vandaan komt
• vraag en zeg wat je favoriete sport/dier/eten is
• zeggen wat je van Duits, voetbal, Donald Trump, rapper Boef vindt
• reageer op de ander

Weet niet hoe ik het kan zeggen

Versta of begrijp het niet

Das ist 

-...so ein Ding/ Gerät/ Zeug, mit dem man...

-...so eine Art...