Cito E7 taak 2
1 / 26
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Tess (vegen) haar voeten op de deurmat.
Slide 2 - Question ouverte
Ik (bedrukken) mijn T-shirt met en mooie print. vt
Slide 3 - Question ouverte
De verpleger heeft de wond met veel zorg (behandelen).
Slide 4 - Question ouverte
Hij (glijden) met grote snelheid van de glijbaan.
Slide 5 - Question ouverte
Jullie (verven) de zelfgemaakte kasten in een vrolijke kleur. vt
Slide 6 - Question ouverte
voor de operatie werd het hondje (verdoven).
Slide 7 - Question ouverte
De stenen zijn met een vaart van de berg (rollen).
Slide 8 - Question ouverte
Hij (weigeren) zijn kamer op te ruimen.
Slide 9 - Question ouverte
Ik (wachten) bij de bushalte op mijn broer. vt
Slide 10 - Question ouverte
De winkelier (melden) de diefstal bij de politie.
Slide 11 - Question ouverte
Jij (vinden) het compliment van de juf vast leuk. vt
Slide 12 - Question ouverte
Hatim heeft (beloven) mijn brommer te repareren.
Slide 13 - Question ouverte
Hasan (troosten) zijn verdrietige zusje. vt
Slide 14 - Question ouverte
Het (ontsteken) been is gelukkig snel genezen.
Slide 15 - Question ouverte
De bal (belanden) in de voortuin van de buurvrouw. vt
Slide 16 - Question ouverte
Jij (houden) een goede presentatie. vt
Slide 17 - Question ouverte
Het dek van het schip is (schrobben).
Slide 18 - Question ouverte
Mijn tante (wieden) dagelijks het onkruid.
Slide 19 - Question ouverte
De honden(blaffen) toen ze hun baasje zagen. vt
Slide 20 - Question ouverte
Robin heeft zijn arm (schaven) aan de stenen muur.
Slide 21 - Question ouverte
We (blozen) toen we voor de klas moesten staan. vt
Slide 22 - Question ouverte
De zakenmensen hebben urenlang (vergaderen).
Slide 23 - Question ouverte
De buurman (rijden) gisteren in een auto. vt
Slide 24 - Question ouverte
Maarten (schroeven) zijn bureau zelf in elkaar. vt
Slide 25 - Question ouverte
Juf Lucy is een (ervaren) leerkracht.
