Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Oefenen met werkwoorden
Werkwoorden
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Basisschool
Groep 4
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoorden
Slide 1 - Diapositive
Werkwoorden schrijven, let op!
vandaag ik loop
gisteren ik liep / ik heb gelopen
Slide 2 - Diapositive
duiken
ruiken
springen
bakken
koken
Slide 3 - Question de remorquage
zwemmen
volleyballen
voetballen
korfballen
Slide 4 - Question de remorquage
de kapper.......... de haren van de man
je broer .................een boek in de bibliotheek
de vrachtwagenchauffeur....................naar Duitsland
de fietsenmaker.............................mijn fiets vandaag nog.
maakt
knipt
rijdt
leest
Slide 5 - Question de remorquage
rennen
dansen
wielrennen
fietsen
schieten
Slide 6 - Question de remorquage
Ik .... deze opdracht.
A
maken
B
maakt
C
maak
D
maakten
Slide 7 - Quiz
Ik heb deze opdracht .....
A
gemaken
B
gemaakt
C
gemaak
D
gemaakten
Slide 8 - Quiz
De jongens .... een potje voetbal.
A
spelen
B
speel
C
speelde
D
speelt
Slide 9 - Quiz
De jongens hebben een potje voetbal... .
A
gespelen
B
gespeel
C
gespeeld
D
gespeelt
Slide 10 - Quiz
spelen (tegenwoordige tijd)
Ik............
Slide 11 - Question ouverte
spelen (verleden tijd + voltooide tijd)
Ik............
Schrijf ze allebei!
Slide 12 - Question ouverte
niezen
Ik ...........
Slide 13 - Question ouverte
praten
Ik .............
Slide 14 - Question ouverte
praten (vt + voltooide tijd)
Ik .............
Slide 15 - Question ouverte
Vervoeg in de
tegenwoordige tijd
.
A
vind
B
vint
C
vindt
D
vond
Slide 16 - Quiz
Vervoeg in de
Verleden tijd
.
A
vond
B
vondt
C
vont
D
vind
Slide 17 - Quiz
Vervoeg in de
tegenwoordige tijd
.
A
gebruikt
B
gebruikd
C
gebruikte
D
gebruiken
Slide 18 - Quiz
Hij......(rennen) een eindje de zee in.
A
rente
B
rendt
C
rent
D
rend
Slide 19 - Quiz
Hij......(rennen) een eindje de zee in.
Verleden tijd.
A
rente
B
rende
C
renten
D
renden
Slide 20 - Quiz
Wat is het werkwoord in de volgende zin?
"Wij gaan morgen op reis."
A
wij
B
gaan
C
morgen
D
reis
Slide 21 - Quiz
Wat is het werkwoord in de volgende zin?
"Ik koop vandaag een nieuwe broek."
A
Ik
B
koop
C
vandaag
D
broek
Slide 22 - Quiz
Wat is het werkwoord in de volgende zin?
"Wij eten vandaag pasta"
A
wij
B
vandaag
C
pasta
D
eten
Slide 23 - Quiz
De hele klas.....morgen naar de verjaardag.( gaan)
Slide 24 - Question ouverte
de caissière ............ het geld. (tellen)
Slide 25 - Question ouverte
De jongen ..... een beetje moe.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn
Slide 26 - Quiz
De jongen ..... een beetje moe.
A
is
B
was
C
geweest
D
waren
Slide 27 - Quiz
Younes en Hasan ...... morgen vrij.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn
Slide 28 - Quiz
..... jij vandaag een beetje boos?
A
Ben
B
Bent
C
Is
D
Zijn
Slide 29 - Quiz
Jullie ...... vanaf nu ook les van juf Juul.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben
Slide 30 - Quiz
De hond ...... zijn bot helemaal opgegeten.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben
Slide 31 - Quiz
Je ..... toch niet dat papier weggegooid?
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben
Slide 32 - Quiz
Je ..... toch niet dat papier weggegooid?
A
hebt
B
hed
C
had
D
hod
Slide 33 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Oefenen met werkwoorden
Avril 2024
- Leçon avec
32 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Beroepen
Décembre 2023
- Leçon avec
39 diapositives
NT2
Basisschool
Groep 4
Beroepen Alfa (herh. thema+ vervolg werkwoorden+ beroepen)
Décembre 2022
- Leçon avec
33 diapositives
NT2
Basisschool
Groep 4
herhaling werkwoorden vervoegen
Juin 2023
- Leçon avec
29 diapositives
NT2
Basisschool
Groep 4
Spelling les 3&4
Janvier 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 7
Beroepen
Janvier 2024
- Leçon avec
34 diapositives
NT2
Basisschool
Groep 4
tegenwoordige tijd
il y a 17 jours
- Leçon avec
30 diapositives
NT2
Basisschool
Groep 4
Taal: tegenwoordige tijd hebben zijn
Mars 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5