zelfstandige werkwoord, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden

Groepje 2 

Zelfstandig werkwoord

-

Fabian heeft zijn fiets verkocht.

Verkocht = hierbij het zelfstandig werkwoord

Want Fabian voert iets uit.

Hulpwerkwoord

"hebben", "zijn", "kunnen", "moeten", of "zullen".

Hij heeft een boek gelezen."

Gelezen is het zelfstandig werkwoord (de actie).

Heeft is het hulpwerkwoord, want het helpt om de tijd van de actie aan te geven.

Koppelwerkwoord

Voorbeelden van koppelwerkwoorden: "zijn" "worden" "blijven" "lijken" "schijnen" "blijken"

De zon schijnt door het klaslokaal.

De toets schijnt moeilijk te zijn.

De uitslag bleek al bij iedereen bekend.
Wat is het koppel werkwoord

1. Bleek bekend
2. Bij
3. Bleek
4. Bekend

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Guus gaat naar de stad.
gaat = ...

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

De politie heeft drugslabs ontmanteld.
heeft = ...

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Caroline van der Plas is enorm blij met de uitslag.
Is =

1. Hulpwerkwoord
2. Zelfstandig werkwoord
3. Koppelwerkwoord

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?
Deze film 'wordt' veel bekeken.
wordt is een...

1. zelfstandig werkwoord (zww)
2. hulpwerkwoord (hww)

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word bekeken
bekeken = .....

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word bekeken.
bekeken = .....

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst
gefietst = .....

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik HEB net een tosti met ketchup gegeten.

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten
heb = .....

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word geslagen
word =

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik zwem graag baantjes.
Zwem =

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord