ABR7 16.12.2024

Welkom!
16.12.2024
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AndersMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
16.12.2024

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Rondvraag
  • Terugblik
  • 7.4
  • 7.5
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Rondvraag
  • Kerstactiviteit 20 december 
  • Eten/drinken
  • (Neem zelf een bord/bestek/beker mee) 

Slide 3 - Diapositive

Terugblik
  • Bespreken HW
  • opdr. 7, 8, 9 ,12 + 18
  • Vragen? Herhalen? 

Slide 4 - Diapositive

7.4
  • Wat zijn jouw taken thuis?
  • Wat zijn jouw taken op je werk?
  • Wat zijn jouw taken op school?
  • Wat vind je leuk/niet leuk? 

Slide 5 - Diapositive

7.4
  • Nieuwe woorden:
  • netjes
  • Voorbeeld: Ik hou niet van rommel, mijn huis is altijd netjes. 
  • de vlek, de vlekken
  • Voorbeeld: Ik ben gevallen, nu zit er een vlek in mijn broek. 
  • let op (opletten)
  • Voorbeeld: Als je oversteekt, moet je goed opletten!
  • recht
  • Voorbeeld: De toren van Pisa is scheef, hij is niet recht. 
  • waarvoor
  • Voorbeeld: Waarvoor gebruik je een  vork? Om mee te eten.

Slide 6 - Diapositive

7.4
  • binnenkomt (binnenkomen) 
  • Voorbeeld: Als je binnenkomt, doe je je schoenen uit.
  • het respect
  • Voorbeeld: Ik gooi geen afval op straat. Ik heb respect voor de natuur
  • is aan de beurt (aan de beurt zijn)
  • Voorbeeld:  Je moet wachten tot je aan de beurt bent. 
  • in de rij staan
  • Voorbeeld: Bij de kassa sta je in de rij. Je moet wachten. 
  • plastic
  • Voorbeeld: Een waterfles is vaak gemaakt van plastic. 

Slide 7 - Diapositive

7.4
opzoeken
Voorbeeld: Je moet het antwoord in de tekst opzoeken. 
print (printen)
Voorbeeld: Ik zal het document voor je printen. 
laat (laten)
Voorbeeld: Ik kan mijn huis niet schilderen, dus ik laat een bedrijf komen.
 handtekening
Voorbeeld: Wil je onderaan het formulier je handtekening zetten?

Slide 8 - Diapositive

7.4
  • Luister naar tekst 7.4a 
  • Noteer de juiste volgorde
  • Luister naar tekst 7.4b
  • Noteer de juiste volgorde
  • Luister naar tekst 7.4c
  • Noteer de juiste volgorde
  • Bespreken

Slide 9 - Diapositive

7.4
  • Luister nog een keer naar tekst 7.4a/7.4b/7.4c
  • Beantwoord de vragen
  • Bespreken 

Slide 10 - Diapositive

7.4
  • Maak tweetallen
  • Pak het transcript van het gesprek (opdr. 33)
  • Oefen samen de gesprekken

Slide 11 - Diapositive

7.4
  • Maak zelfstandig opdr. 35/36/37/38
  • Bespreken 

Slide 12 - Diapositive

7.4
  • Klassikaal: opdr. 39
  • Bespreken
  • Klassikaal: opdr. 40

Slide 13 - Diapositive

7.4
  • Maak tweetallen
  • Maak samen opdr. 41 + 42
  • Zoek een ander tweetal
  • Bespreek de antwoorden met het andere tweetal

Slide 14 - Diapositive

7.4
  • Bekijk werkblad  7.4 + 7.4 plusopdracht)
  • Oefen in tweetallen het gesprek van werkblad 7.4
  • Oefen in drietallen het gesprek van 7.4 plusopdracht. 
  • Vul samen het formulier in
  • Geef elkaar feedback!
  • Bespreken

Slide 15 - Diapositive

7.5
  • Nieuwe woorden:
  • verboden
  • Voorbeeld: Verboden toegang, je mag niet naar binnen.
  • de ladder
  • Voorbeeld: Met een ladder kun je omhoog klimmen. 
  • roken
  • Voorbeeld: In Nederland mag je in restaurants niet roken
  • de helm
  • Voorbeeld: Als je op een motor rijdt, moet je een helm dragen. 
  • parkeren
  • Voorbeeld: Je kunt de auto parkeren op de parkeerplaats.

Slide 16 - Diapositive

7.5
  • Bekijk opdr. 45
  • Maak tweetallen
  • Lees de tekst en zoek bij elkaar
  • Bespreken

Slide 17 - Diapositive

7.5
  • Luister naar de tekst (46) 

Slide 18 - Diapositive

7.5
  • de slang
  • Voorbeeld: Met een tuinslang kan je plantjes water geven.
  • het gevaar
  • Voorbeeld: Als je op de snelweg 200 km/u rijdt, zorg je voor gevaar. 
  • blussen
  • Voorbeeld: Brand moet je blussen. Zo stopt de brand. 
  • de uitgang
  • Voorbeeld: Door de uitgang ga je naar buiten. 
  • de vloer
  • Voorbeeld: De vloer in mijn huis is van hout. Het is erg mooi. 

Slide 19 - Diapositive

7.5
  • glad
  • Voorbeeld: Het vriest, de weg is erg glad. 
  • meegemaakt (meemaken)
  • Voorbeeld: Op vakantie heb ik veel meegemaakt. Veel gezien en veel gedaan!
  • de rook
  • Voorbeeld: Bij een brand ontstaat er veel zwarte rook. 
  • waarschuwt (waarschuwen)
  • Voorbeeld: Bij een brand moet je andere mensen waarschuwen. 

Slide 20 - Diapositive

7.5
  • Luister nog een keer naar de tekst.
  • Beantwoord de vragen (47)
  • Bespreken
  • Lees nu de tekst.

Slide 21 - Diapositive

7.5
  • Maak zelfstandig opdr. 49, 50, 51  
  • Bespreken

Slide 22 - Diapositive

7.5
  • Klassikaal: opdr. 52 (voltooide tijd)
  • Samen luisteren (opdr. 53)
  • Bespreken

Slide 23 - Diapositive

7.5
  • Maak tweetallen
  • Maak samen opdr. 54
  • Bespreek samen opdr. 55 

Slide 24 - Diapositive

Afsluiting
Vragen?

Slide 25 - Diapositive