gebarentaal

gebarentaal
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

gebarentaal

Slide 1 - Diapositive

goedemorgen
duim omhoog. handpalm naar jezelf toe en dan als een gordijn doe je hem open

Slide 2 - Diapositive

goedeavond
hetzelfde als bij goedemorgen duim omhoog handpalm naar jezelf toe alleen dan doe je het gordijntje dicht

Slide 3 - Diapositive

mijn
leg je hand op je borst

Slide 4 - Diapositive

naam
je duim en wijsvinger uitsteken de rest van je hand in een vuist en dan voor je borst van links naar rechts

Slide 5 - Diapositive

is
je houd je handen hetzelfde als bij naam maar dan doe je hem een kwartslag draaien

Slide 6 - Diapositive

je eigen naam.
verzin een gebaar die bij jou past bijvoorbeeld een hobby, kenmerk, eigenschap

Slide 7 - Diapositive

je eigen naam.
of zoek na deze les het handalfabet daar kun je de letters van je naam leren

Slide 8 - Diapositive

je doet of je gaat schrijven in de lucht van links naar rechts

Slide 9 - Diapositive

tot straks
je doet met allebei je handen een peace teken omhoog je linker doe je naar voor het andere peace teken leg je op je borst en wijst naar links. dan doe je de peace tekens met je vingertopjes tegen elkaar aan. 

Slide 10 - Diapositive

is er voor alle landen een alfabet voor dove mensen
er zijn meer dan 150 verschillende handalfabetten voor dove mensen op de hele wereld.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

bloem
je pakt het steeltje van de bloem en ruikt eraan

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

groen
je doet met allebei je handen je wijsvinger en middelvinger tegen elkaar aan en dan ga je met je rechter middelvinger en wijsvinger over je linkervingers

Slide 15 - Diapositive

paars
 met je wijsvinger tik je eigenlijk je andere wijsvinger aan en dan swipe je door

Slide 16 - Diapositive

grijs
je wrijft met je wijsvinger over je andere wijsvinger.

Slide 17 - Diapositive

papa
tik met je wijsvinger op je kin.

Slide 18 - Diapositive

mama
tik met je wijsvinger je wang aan

Slide 19 - Diapositive

zus\zusje
doe je duim en wijsvinger tegen elkaar aan en doe boven op je hooft ze op elkaar tikken

Slide 20 - Diapositive

kerstboom
je maakt met je handen de vorm van een kerstboom

Slide 21 - Diapositive

Met gebaren kun je schreeuwen en fluisteren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Gebarentaal is een echte taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Welk gebaar maakte ik?
A
Goedemorgen
B
Goedenavond
C
Goedemiddag
D
Tot ziens

Slide 24 - Quiz

Gebarentaal is in alle landen over de hele wereld hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Gebarentaal is een echte taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

NGT betekent
Nederlandse Gebaren Taal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Met gebaren kun je schreeuwen en fluisteren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Gebarentaal is in alle landen over de hele wereld hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

gebarentaal is in alle landen hetzelfde
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

met gebaren kun je ruzie maken, schreeuwen en fluisteren
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

NGT betekent nederlands gebarentaal
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

vul hier in welk woord jij in gebarentaal wil weten?

Slide 33 - Question ouverte

einde

Slide 34 - Diapositive