Taalweetjes les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:

• leesboek
• collegeblok/schrift
• pen

Talen

Lesdoelen 

Ik weet wat gebarentaal is.

Ik kan namen spellen met handgebaren.

Lesplanning

• opening/welkom
• Theorie gebarentaal
• Opdrachten gebarentaal

Spreken met je handen

Appen, mailen, praten, bellen: 

het zijn allemaal manieren van communiceren. 

Maar wat als je gesproken taal niet kunt horen, omdat je doof of slechthorend bent? 

Dan kun je communiceren in gebarentaal.

opdracht

Bekijk het volgende fragment eerst zonder geluid.

Kijkersvraag: Waar denk je dat het filmpje over gaat?

Noteer kort waar het filmpje volgens jou over gaat.

opdracht

Bekijk het filmpje nog een keer, nu met geluid.

Kijkersvraag: Klopten jouw verwachtingen?

0

gesproken taal vs. gebarentaal

• Een gesproken taal wordt geuit door gebruik van de tong, lippen en stembanden en wordt gehoord door het oor. 
• Een gebarentaal wordt gezien en gebruikers van deze taal gebruiken vooral hun handen.
  

gebarentalen

• Gebaren zijn niet in ieder land hetzelfde, maar wanneer dove mensen uit verschillende landen elkaar tegenkomen, kunnen zij wel makkelijker communiceren met elkaar.
  
• Er bestaan wel internationale gebaren. Deze gebaren worden onderling afgesproken, door elkaar overgenomen en gebruikt. 

Nederlandse gebarentaal

Voor veel woorden zijn in de Nederlandse Gebarentaal (NGT) speciale gebaren afgesproken. 

Veel officiële gebaren herken je meteen.

Hierboven zie je het gebaar voor ‘warm’ of voor ‘mooi’?

De gebarenquiz

Welke gebaren herken je nog meer?

Ontdek het in de gebarenquiz!

Ga staan voor antwoord A. Blijf zitten voor antwoord B.

Namen in gebaren

Voor namen van mensen zijn geen 

gebaren afgesproken. 

Wil je een naam in gebaren zeggen, 

dan je het handalfabet.

OPDRACHT

Kies de naam van een bekende Nederlander of van bijvoorbeeld een stripfiguur.

Zoek in het handalfabet de letters van

de naam op en oefen de spelling. 

Kan een klasgenoot jouw naam ‘lezen’?

Huiswerk

Leren: 

Theorie groene blokjes van blz. 152, 

164 en 168.

Voorbereiden: