Kapitel 6 Grammatik Basis

Kapitel 6 Grammatik
haben en sein. Sleep de juiste vertalingen naar elkaar toe.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 6 Grammatik
haben en sein. Sleep de juiste vertalingen naar elkaar toe.

Slide 1 - Diapositive

er ist
du bist
ich bin
jij bent
hij is
zij is
het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
u bent
ik ben
sie ist
es ist
wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind

Slide 2 - Question de remorquage

er hat
du hast
ich habe
jij hebt
hij heeft
zij heeft
het heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben
u hebt
ik heb
sie hat
es hat
wir haben
ihr habt
sie haben
Sie haben

Slide 3 - Question de remorquage

Vertaal naar het Duits: ik ben

Slide 4 - Question ouverte

ik heb

Slide 5 - Question ouverte

jij hebt

Slide 6 - Question ouverte

jij bent

Slide 7 - Question ouverte

wij zijn

Slide 8 - Question ouverte

wij hebben

Slide 9 - Question ouverte

jullie hebben

Slide 10 - Question ouverte

jullie zijn

Slide 11 - Question ouverte

Waar staat de afkorting IDEWISS voor?
I
D
E
W
I
SS
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 12 - Question de remorquage

Waar horen de letters van het spiekbriefje?
I
D
E
W
I
SS
E
ST
T
EN
T
EN

Slide 13 - Question de remorquage

Hoe maak je de stam van een werkwoord?
A
Hele werkwoord + EN
B
Hele werkwoord - EN
C
Plak er een T achter
D
Het woord doormidden hakken

Slide 14 - Quiz

Typ de juiste LETTER achter de stam van het werkwoord: du komm_

Slide 15 - Question ouverte

ich spiel_

Slide 16 - Question ouverte

er reis_

Slide 17 - Question ouverte

ihr woll_

Slide 18 - Question ouverte

wir könn_

Slide 19 - Question ouverte

Sie red_

Slide 20 - Question ouverte

Vul nu het werkwoord helemaal in de juiste vorm in: ich (spielen)

Slide 21 - Question ouverte

du (kommen)

Slide 22 - Question ouverte

er (kaufen)

Slide 23 - Question ouverte

wir (kaufen)

Slide 24 - Question ouverte

ihr (spielen)

Slide 25 - Question ouverte

Sie (spielen)

Slide 26 - Question ouverte