Nederlandse les

Werkwoorden
Vul het werkwoord goed in. 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoorden
Vul het werkwoord goed in. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

zijn:
... jij de vrouw van Zikomo?

Slide 3 - Question ouverte

hebben:
Zikomo ... een kind: Cecilia.

Slide 4 - Question ouverte

zijn:
Cecilia ... nog niet thuis.

Slide 5 - Question ouverte

hebben:
Ik ... 40 euro.

Slide 6 - Question ouverte

hebben:
We ... 3 kilo appels en 2 kilo bananen.

Slide 7 - Question ouverte

zijn:
Deze kinderen ... 4 en 6 jaar.

Slide 8 - Question ouverte

zijn:
Jij ... moe.

Slide 9 - Question ouverte

hebben:
Karin ... een nieuwe baan.

Slide 10 - Question ouverte

zijn:
We zijn in de woonkamer.

Slide 11 - Question ouverte

hebben:
... je een auto?

Slide 12 - Question ouverte

Werkwoorden
Vul de goede vorm van het werkwoord in. 

Slide 13 - Diapositive

Frank en ik (eten) ... brood bij het ontbijt.

Slide 14 - Question ouverte

Frank (doen) ... boter op zijn boterham.

Slide 15 - Question ouverte

De thee (zijn) ... voor de kinderen.

Slide 16 - Question ouverte

Frank en ik (willen) ... graag koffie.

Slide 17 - Question ouverte

Onze kinderen(drinken) ... ook melk bij het ontbijt.

Slide 18 - Question ouverte

Frank (houden) ... niet van melk.

Slide 19 - Question ouverte

Ik (nemen) ... soms een glas sinaasappelsap.

Slide 20 - Question ouverte

Op zaterdag (bakken) Frank eieren voor het hele gezin.

Slide 21 - Question ouverte

Wie (willen) ... een ei?

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf op. 

Slide 23 - Diapositive

Luister naar de zin en
schrijf de zin op.

Slide 24 - Question ouverte

Luister naar de zin en
schrijf de zin op.

Slide 25 - Question ouverte

Luister naar de zin en
schrijf de zin op.

Slide 26 - Question ouverte

Luister naar de zin en
schrijf de zin op.

Slide 27 - Question ouverte

Luister naar de zin en
schrijf de zin op.

Slide 28 - Question ouverte

Luister naar de zin en
schrijf de zin op.

Slide 29 - Question ouverte

Luister naar de zin en
schrijf de zin op.

Slide 30 - Question ouverte