LOWAN thema 1,2,3 voorzetsels

Voorzetsels
LOWAN thema 1, 2 en 3
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Voorzetsels
LOWAN thema 1, 2 en 3

Slide 1 - Diapositive

Voorzetsels

Slide 2 - Carte mentale

Voorzetsel
De  zwarte  woorden  zijn een voorzetsel 
IN de kast
OP de kast
NAAST de kast
ONDER de tafel
VOOR de tafel
BIJ de tafel
NAAST de tafel

Slide 3 - Diapositive

Zij praat met de juf.

Slide 4 - Diapositive

Ik kijk naar het raam.

Slide 5 - Diapositive

De meester wijst naar het boek.

Slide 6 - Diapositive

De juf zit op de stoel.

Slide 7 - Diapositive

Hij schrijft op het bord.

Slide 8 - Diapositive

Wij luisteren naar vader.

Slide 9 - Diapositive

De stoel staat onder de tafel.

Slide 10 - Diapositive

De kleuter loopt achter de oma.

Slide 11 - Diapositive

De kleuter loopt naast de oma.

Slide 12 - Diapositive

Mohammed zit naast zijn vriend.

Slide 13 - Diapositive

Wie praat . . . opa?

Slide 14 - Question ouverte

De puber is verliefd . . de klasgenoot.

Slide 15 - Question ouverte

De stoel staat . . . . de tafel.

Slide 16 - Question ouverte

Mohammed zit . . . . . zijn vriend.

Slide 17 - Question ouverte

De zoon luistert . . . . zijn vader.

Slide 18 - Question ouverte

De kleuter loopt . . . . . de oma.

Slide 19 - Question ouverte

Het schoolkind telt . . . 100.

Slide 20 - Question ouverte

Het meisje zit . . het voetbalteam.

Slide 21 - Question ouverte

Zij praat . . . de juf.

Slide 22 - Question ouverte

Ik kijk . . . . het raam.

Slide 23 - Question ouverte

De meester wijst . . . . het boek.

Slide 24 - Question ouverte

De juf zit . . de stoel.

Slide 25 - Question ouverte

Hij schrijft . . het bord.

Slide 26 - Question ouverte

  Luister en lees mee

Slide 27 - Diapositive


  Hoe vaak hoor je je?
A
Ik hoor 3 keer je
B
Ik hoor 4 keer je
C
Ik hoor 5 keer je
D
Ik hoor 6 keer je

Slide 28 - Quiz


Waar is Zikomo?
A
Hij is thuis.
B
Hij is op zijn werk.

Slide 29 - Quiz


Wat doet Zikomo?
A
Zikomo werkt.
B
Zikomo leert Nederlands.

Slide 30 - Quiz


Wie is Cecilia?
A
Cecilia is de vrouw van Zikomo.
B
Cecilia is het kind van Karin en Zikomo.

Slide 31 - Quiz


Is Cecilia al thuis?
A
Ja, ze is al thuis.
B
Nee, ze is nog niet thuis.

Slide 32 - Quiz


Wil Karin koffie?
A
Ja, ze wil koffie.
B
Nee, ze wil geen koffie.

Slide 33 - Quiz


Hoeveel koekjes wil Karin?
A
Ze wil geen koekje.
B
Ze wil twee koekjes.

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Vidéo

Luister en lees mee.
Je hoort twee antwoorden

Slide 36 - Diapositive

Nu jij ...!
Beantwoord de vragen.

Slide 37 - Diapositive

Luister en lees mee.
Herhaal de woorden

Slide 38 - Diapositive