week 4

Kwaliteit van bestaan 
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
VVTMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Kwaliteit van bestaan 

Slide 1 - Diapositive

De gezondheidszorg maakt veranderingen door. Mensen worden ouder en hebben vaker chronische aandoeningen. Ze wonen langer thuis. Iedereen kan en mag zo lang mogelijk mee doen in de samenleving. Termen als autonomie, eigen regie, veerkracht, kwaliteit van leven, welbevinden en zingeving staan hierbij centraal. Maar wat betekent dat voor jouw rol als verzorgende?

Slide 2 - Question ouverte

Autonomie
Autonomie (van het Griekse αὐτονομία, autonomia) verwijst naar het vermogen om zichzelf te besturen, volgens eigen regels, en om onafhankelijk te werken

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent respect voor autonomie van de zorgvrager? Wat houdt dat voor jou in?

Slide 4 - Question ouverte

Autonomie
Het principe 'respect voor autonomie' is een van de belangrijkste ethische principes in de gezondheidszorg.

Respect voor autonomie betekent dus dat een 'wilsbekwame' of 'beslissingsbekwame' zorgvrager een (be)handeling mag weigeren.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Eigen regie
Eigen regie heeft te maken met zelfbeschikking. Dat wil zeggen dat je, tot op zekere hoogte, zelf bepaalt hoe je je leven leeft. 


In Nederland is dit vastgelegd in de Grondwet

Slide 7 - Diapositive

Opdracht
30 min:

Werk voor jezelf het begrip de begrippen uit zoals je ook een GO zou aanvragen voor B1-K1-W3.

Zie eind opdracht werkpad 

Slide 8 - Diapositive

20 seconds
Spelregels
Van elk Team is er 1 teamlid die een kaartje pakt.
Dat lid van het team krijgt 20 sec. de tijd om enkele begrippen te omschrijven, dit kunnen er maximaal drie zijn per kaartje. Des te meer begrippen er juist geraden worden, des te verder komt jouw team op het bord.
Elk goed geraden begrip is 1 punt.
Heb je de finish gehaald, dat levert 3 extra punten op.
Ben je bij finish en zijn er nog kaartjes over, dan begin je dus opnieuw + 3extra punten.
Team met de meeste punten wint!
LET OP: Je mag de afkortingen niet volledig uitspreken, of woorden die op het kaartje staan. 

Slide 9 - Diapositive

20 seconds

Slide 10 - Diapositive