Trede 3 adjectives & wordlist oefenen

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welcome in everyone!

Let's start with reading BFG

What did we do in last class?

Goal for today

After today's class we repeated what adjectives are and we know the words for clothing items.

Een ADJECTIVE is hetzelfde als een bijvoegelijk naamwoord.

1. True
2. False
3. I don't know

Wat doet een ADJECTIVE in een zin?

1. Geeft aan hoe veel zelfstandige naamwoorden er zijn
2. Geeft meer informatie over de persoon/ding in de zin
3. Maakt de zin mooier
4. Geeft de actie aan in de zin

What is the adjective in the sentence?
I live in a small house.

1. live
2. small
3. in
4. house

What is the adjective in the sentence?
Mom has brown hair.

1. Mom
2. has
3. brown
4. hair

What is the adjective in the sentence?
Kimm and Liz buy the new Usher album.

1. buy
2. Usher
3. Album
4. new

Wordlist readthrough

voor-koor-door....

Get to work...

What? Maak het leerdoel in de portal; What are you wearing?

How? Werk zelfstandig (eventueel met muziek)

Help? 2B4me (brein - buur- docent)

Result? Geoefend met de wordlist

Done? Leer de woordlijst 

- Schrijf moeilijke woorden over

- Overhoor je buurman (mits deze klaar is met de portal)

Vat de les samen in 2 woorden...

Next class...

Speaking oefenen & adjectives