Thema 2 les 1 Groep 7 Leven in Europa

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat is typisch Nederlands?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is typisch Frans?

Slide 4 - Carte mentale

Wat is typisch Zweeds?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is typisch Pools?

Slide 6 - Carte mentale

We lezen blz. 30 en 31

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Zeus
2000 eilanden
Alpenweide
skigebied
Bergachtig in het zuiden
Middernachtzon
60 % bos

Slide 10 - Question de remorquage

Waar of niet waar?
In het oosten en zuiden van Frankrijk is het landschap heuvelachtig.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar?
In het westen van Zweden vind je veel landbouw.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Waar of niet waar?
Behalve bij het vasteland horen bij Griekenland meer dan 2000 eilanden.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Waar of niet waar?
's Zomers en 's winters grazen de koeien op de Alpenweiden.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar?
Polen is grotendeels een vlak land.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Waar of niet waar?
Veel minder dan de helft van Zweden is bedekt met bos.
A

Slide 16 - Quiz

Net als in veel andere landen, krijg ik op school een warme maaltijd.
De schoolbus haalt me op en brengt me thuis. Ik ga ook naar de naschoolse opvang.
Er zijn weinig schoolgebouwen, Ik zit alleen 
's middags op school.

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Vidéo

Wat voor weer hebben wij in de zomer, winter, herfst, lente?

Slide 19 - Carte mentale

We lezen blz. 32 en 33

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Griekenland in de zomer:
A
Lekker koel
B
vaak erg heet

Slide 23 - Quiz

Griekenland in de winter:
A
streng en veel sneeuw
B
koel en vooral veel regen

Slide 24 - Quiz

Polen in de zomer:
A
Vaak erg heet.
B
Koel, niet te heet.

Slide 25 - Quiz

Polen in de winter:
A
Streng en koud
B
Het vriest zelden.

Slide 26 - Quiz

In het zuiden van Zweden in de zomer.
A
Warm als in Nederland
B
heet

Slide 27 - Quiz

In het zuiden van Zweden in de winter.
A
lange, vrij strenge winter.
B
korte, zachte winter.

Slide 28 - Quiz

Frankrijk in de Alpen in de zomer.
A
Hete en droge zomer.
B
Warme zomer

Slide 29 - Quiz

Frankrijk in de Alpen in de winter.
A
zachte winter
B
erg strenge winter

Slide 30 - Quiz

Wat voor klimaat heeft Zweden in het noorden? een ..........

Slide 31 - Question ouverte

Waarom is het klimaat in Nederland overal hetzelfde?
A
omtoch.
B
daar is eigenlijk geen reden voor.
C
omdat....omdat...eeehh
D
Nederland is maar een klein land.

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Vragen over de samenwerking in Europa!
De Europese Unie (EU)

Slide 34 - Diapositive

Waar of niet waar?
In de regering zitten de mensen die het land besturen.
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Waar of niet waar?
In elk land moet de regering altijd andere beslissingen nemen.
A
waar
B
niet waar
C
D

Slide 36 - Quiz

Het is daarom niet mogelijk om van elkaar te leren.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

Steeds meer Europese landen zien het voordeel van samenwerking in.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Vidéo