Engels Starters lesson 3 woordblok 3

Engels Starters
Lesson 3
Woordblok 3 oefenen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsPraktijkonderwijs

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Engels Starters
Lesson 3
Woordblok 3 oefenen

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent:
Almost

Slide 2 - Question ouverte

Wat betekent:
Book

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent:
date

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekent:
towards

Slide 5 - Question ouverte

Wat betekent:
takes a picture / takes a photo

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent:
bag

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent:
picks it up

Slide 8 - Question ouverte

Wat betekent:
Ground

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekent:
What time is it?

Slide 10 - Question ouverte

Wat betekent:
I don't understand

Slide 11 - Question ouverte

Wat betekent:
fell

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent:
letters

Slide 13 - Question ouverte

Wat betekent:
this date

Slide 14 - Question ouverte

Wat betekent:
There is something on the ground

Slide 15 - Question ouverte

Wat betekent:
you must

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent:
his mobile

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
zij zoekt naar

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
uit de lucht

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
je moet niet huilen

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
Ik weet het niet

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
gedaan

Slide 22 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
opschrijven

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
gebouw

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
vragen

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
Hij zegt: dit is mijn mobieltje

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
drie uur

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
even wachten

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
Iedereen kijkt ernaar

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal naar Engels:
getallen

Slide 30 - Question ouverte