Burgerschap Groepsgedrag Normen en Waarden Cultuur

Even checken;
Waar hebben we het vorige week over gehad?
Schrijf de onderwerpen op.
1 / 52
suivant
Slide 1: Carte mentale
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Even checken;
Waar hebben we het vorige week over gehad?
Schrijf de onderwerpen op.

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Vidéo

Lesdoelen
•Weet je het verschil tussen groepsgedrag en groepsdruk.
Weet je wat normen en waarden zijn.​​
•Weet je wat normen en waarden met elkaar te maken hebben.​
•Kun je de opgedane kennis toepassen op je eigen normen en waarden.​
• Kun je uitleggen waarom normen en waarden verschillen in de samenleving



Slide 3 - Diapositive

Wat zie je op het plaatje?
Wat heeft groepsgedrag hiermee te maken?

Slide 4 - Diapositive

groepsgedrag
Groepsgedrag: Je kan bij verschillende groepen horen en in elke groep is er een bepaald gedrag dat bij deze groep past. (Toch kan je in al deze groepen jezelf zijn.)

Slide 5 - Diapositive

Groepsgedrag of groepsdruk?

Slide 6 - Diapositive

Groepsgedrag

Slide 7 - Diapositive

De waarheid wordt bepaald door de meerderheid.
Waarom?
Eens
Oneens

Slide 8 - Sondage

Groepsgedrag en groepsdruk
Groepsgedrag: Het gedrag wat mensen in een groep vertonen.
- In een voetbalstadion
- Het dragen van merkkleding
Groepsdruk: Je wordt ergens tot gedwongen omdat de groep het ook doet .
Positief - Motivatie, steun en veiligheid 
Negatief - Roken, drinken, drugsgebruik en pesten

Slide 9 - Diapositive

Wie durft?
2 mensen mogen in de gang wachten (3 minuten) totdat ze weer naar binnen geroepen worden. Zij krijgen daar instructies.
Wie durft!?

Slide 10 - Diapositive

We gaan een experiment doen met groepsgedrag!

na 30 sec gaat iedereen ineens:
- Klappen

Gaan de twee mensen op de gang mee doen of niet??
We kijken allemaal naar een plaatje en geven expres het verkeerde antwoord! A = verkeerd
Gaan de twee mensen van de gang mee doen of niet?

Geven zij ook het verkeerde antwoord?

Slide 11 - Diapositive

Kan groepsdruk ook positieve werking hebben op mensen?
A
Nee, want jouw mening is altijd beter dan die van de rest.
B
Ja, als meerdere mensen jou steunen, kan dat positief zijn.

Slide 12 - Quiz

We gaan een experiment doen met groepsgedrag!

na 30 sec gaat iedereen ineens:
- Klappen

Gaan de twee mensen op de gang mee doen of niet??
We kijken allemaal naar een plaatje en geven expres het verkeerde antwoord! A = verkeerd
Gaan de twee mensen van de gang mee doen of niet?

Geven zij ook het verkeerde antwoord?

Slide 13 - Diapositive

Lars en zijn vrienden draaien de hele nacht keiharde metal muziek, de buren hebben er last van.
A
groepsdruk
B
sociaal gedrag
C
groepsgedrag
D
asociaal gedrag

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Normen en waarden zijn overal hetzelfde in de wereld.
Juist
Onjuist

Slide 16 - Sondage

Normen en waarden
Een waarde is iets wat een persoon of een groep belangrijk vindt in het leven.​

Een norm is een idee over wat normaal is of een regel over hoe je je moet gedragen.

Welke Norm zie je hier?
Welke Waarde zie je hier?

Slide 17 - Diapositive

Wat is het verschil tussen normen en waarden?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

#doeslief
Welke waarden en normen passen hierbij?

Slide 20 - Carte mentale

Voorbeelden van normen

  • Eerst wachten totdat mensen zijn uitgestapt, voordat je in de bus of trein stapt​.
  • Niet vreemdgaan als je een relatie hebt​.
  • Iets wat je geleend hebt ook weer terug geven​.
  • Bedanken als iemand je helpt​.
  • Als een collega een keer voor jou invalt, ook voor hem invallen​.
  • Oudere mensen aanspreken met ‘u’​.
  • Opstaan voor bejaarde of zwangere mensen in het ov​.
  • Je troep in de vuilnisbak gooien​.
Afstand houden van degene voor je bij de pinautomaat​
Doen wat een docent of leidinggevende vraagt aan je​












Slide 21 - Diapositive

Les 4
Normen & Waarden
Cultuur
Subcultuur

Slide 22 - Diapositive

Even checken;
Waar hebben we het vorige week over gehad?
Schrijf de onderwerpen op.

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Diapositive

Hoeveel verschillende nationaliteiten zijn er in dit lokaal aanwezig denk je?

Slide 25 - Carte mentale

Lesdoelen
  • Heb je geleerd wat cultuur is​
  • Kun je de termen Normen en waarden toepassen in de opdrachten.
  • Heb je geleerd uit welke onderdelen cultuur ontstaat
  • Heb je een andere cultuur onderzocht


Slide 26 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Oefenen met Normen en waarden (15 min)
Uitleg Cultuurkenmerken en Subculturen (15 min)
Film opdrachtje ( 7 min)
Team opdracht subculturen (20 min)
Hoofdstuk 3.4 zelfstandig maken ( 30min)

Slide 27 - Diapositive

Normen en waarden verschillen
  • Normen en waarden van verschillende culturen of zelfs huishoudens botsen regelmatig. Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.

  • Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal. Je hoeft niet alles te tolereren.

Slide 28 - Diapositive

Norm 

niet liegen

Waarde

Eerlijkheid

Slide 29 - Diapositive

Wat zijn jouw normen en waarden?
Noem minimaal 1 van beiden

Slide 30 - Question ouverte

Welke norm hoort er bij de waarde:
RESPECT

Slide 31 - Question ouverte

Normen en waarden in de Bus
FIlmpje kijken en bespreken
Rollenspel in de klas en bespreken

Slide 32 - Sondage

Slide 33 - Vidéo

Waarden zijn?
A
Dingen die jij als persoon of groep belangrijk vindt
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 34 - Quiz

Normen zijn?
A
Gezondheid
B
Waarden
C
Alles in de maatschappij
D
Geschreven en ongeschreven regels

Slide 35 - Quiz

Bedenk een norm op je werk of op school.

Slide 36 - Question ouverte

WAARDEN EN NORMEN VORMEN DE BASIS VAN EEN CULTUUR. MULTICULTURELE SAMENLEVING ONTSTAAT DOORDAT ER  VERSCHILLENDE GROEPEN ANDERE WAARDEN EN NORMEN MEEGEBRENGEN en TOEGEVOEGD WORDEN.

TIJD SPEELT HIER OOK EEN GROTE ROL IN.

Slide 37 - Diapositive

cultuurkenmerken 
  1. waarden en normen
  2. gewoonten en gebruiken
  3. taal
  4. godsdienst
  5. kleding
  6. kunst/muziek/dans
  7. voeding
  8. voorwerpen/gebouwen

Slide 38 - Diapositive

Subcultuur =cultuur die verschilt met de dominante cultuur.
Subculturen hebben eigen stijlen , kleding, muzieksmaak, taalgebruik en politieke voorkeuren. 
Ook kan een subcultuur ontstaan door overeenkomsten, zoals etniciteit of religie.
Subcultuur ontstaat vaak bij jonge mensen, ze gaan opzoek naar hun eigen stijl en identiteit:
Skaters, gamers, urban, hipsters, fitgirl/boy, influencers
 

Slide 39 - Diapositive

3

Slide 40 - Vidéo

01:48
De waarde "PRIVACY" is voor beiden belangrijk in hun huishouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

03:12
Welke verschillende "Cultuurkenmerken" heb je gezien?

Slide 42 - Question ouverte

03:58
Waarom schaamt de vader zich?

Slide 43 - Question ouverte

Motorclub
Hell's Angels.
timer
0:10
A
Cultuur
B
Subcultuur

Slide 44 - Quiz

Veganisten.

timer
0:10
A
Cultuur
B
Subcultuur

Slide 45 - Quiz

Met hoeveel culturen kom jij in aanraking? Houd ook rekening met subculturen!

Slide 46 - Question ouverte

Team opdracht 20 min
  • Ga in de klas op zoek naar iemand met een andere (sub)cultuur.
  • Deel met elkaar de culturele kenmerken die bij jou horen.
Maak van elkaars (sub) cultuur een tabel van:
1 Zichtbaar onderdeel van de ander zijn/haar cultuur​
1 Niet zichtbaar onderdeel van de ander zijn/haar cultuur​
1 Verschil met Nederland​
​1 Overeenkomst met Nederland​                            Gelukt? Ga vast naar Hoofdstuk                                                                                                 3.4 in je boek!                                                                                                      





















Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

Huiswerk
Maak de opdrachten op 
UIt Hoofdstuk​ 3.4 : Wat is Cultuur

Je krijgt hier 
nu de tijd voor​


Nabespreking lesdoelen



Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Diapositive

Welke norm hoort er
bij de waarde
VRIJHEID

Slide 51 - Question ouverte

Welke norm hoort er bij de waarde
VRIENDELIJKHEID

Slide 52 - Question ouverte